Adriaan Goekooplaan 8

Koetshuis landgoed Sorghvliet

toon op de kaart
  • Status
    Gemeentelijk Monument
  • Bouwstijl
    Hollands Classicisme
  • Wijk
    Zorgvliet
  • Bouwjaar
    1650-1675
Registerblad 

Koetshuis uit het derde kwart van de zeventiende eeuw op de buitenplaats Zorgvliet.

De geschiedenis van de historische buitenplaats Zorgvliet is via geschreven bronnen te traceren tot in 1397, waarin sprake is van een stuk grond met boerderij, dat in bezit was van ene Doedetgen, zoon van Pieter Ghenen. Als aanleg van een buitenplaats begint de geschiedenis in 1643, wanneer Johan van den Brouck de boerderij (3 hectaren land en 27 hectaren klingen en geesten) verkoopt aan raadspensionaris Jacob Cats (1577-1660). Het huidige Catshuis verrees in 1652, naar ontwerp van Lodewijk Huygens. Vermoedelijk liet Cats tegelijkertijd of kort na de bouw van het huis ook het koetshuis bouwen. Meer noordelijk verrees als pendant een tuinmanswoning. Beide bijgebouwen stonden toen nog aan de rand van het perceel. De dochter van Jacob Cats, Elisabeth, erfde in 1660 het huis. In 1674 verkochten haar kinderen de buitenplaats aan Hans Willem Bentinck, kamerjonker en vertrouweling van Prins Willem III van Oranje. Hij breidde het terrein ten noordzijde uit en liet in aansluiting op de tuinmanswoning en het koetshuis een orangerie bouwen. Bij aanpassingen aan de buitenplaats in de negentiende eeuw zijn de tuinmanswoning en orangerie gesloopt.

Het koetshuis is een eenlaags gebouw op een rechthoekige plattegrond met een schilddak en heeft witgepleisterde gevels. Aan de zijde van het hoofdgebouw bevinden zich de inrijdeuren voor de koets met een sluitsteen met de naam van de buitenplaats: “SORGHVLIET”. Het gedeelte rechts hiervan was in gebruik als koetsierswoning. In de zuidgevel bevinden zich nog kloosterkozijnen waarvan enkele later zijn gewijzigd naar schuifvensters. De gevel aan de noordzijde is geheel gesloten en herinnert daarmee nog aan de tijd dat hier de erfgrens lag. Aan de noordoostzijde zijn meer recent installatieruimtes ondergebracht.

Het koetshuis is van cultuurhistorische waarde als onderdeel van de buitenplaats Zorgvliet waarvan het hoofdhuis en de tuinaanleg als rijksmonument zijn beschermd. Het koetshuis is van belang als onderdeel van de oudste fase van de buitenplaats. Stedenbouwkundige waarde ontleent het koetshuis als herinnering aan de oorspronkelijke symmetrische aanleg. Het koetshuis is in hoofdopzet gaaf en herkenbaar bewaard gebleven.

NB. De niet nader genoemde opstallen op het erf vallen buiten de bescherming van het gemeentelijk monument

meer weten 
Koetshuis uit het derde kwart van de zeventiende eeuw op de buitenplaats Zorgvliet. De geschiedenis van de historische buitenplaats Zorgvliet is via geschreven bronnen te traceren tot in 1397, waarin sprake is van een stuk grond met boerderij, dat in bezit was van ene Doedetgen, zoon van Pieter Ghenen. Als aanleg van een buitenplaats begint de geschiedenis in 1643, wanneer Johan van den Brouck de boerderij (3 hectaren land en 27 hectaren klingen en geesten) verkoopt aan raadspensionaris Jacob Cats (1577-1660). Het huidige Catshuis verrees in 1652, naar ontwerp van Lodewijk Huygens. Vermoedelijk liet Cats tegelijkertijd of kort na de bouw van het huis ook het koetshuis bouwen. Meer noordelijk verrees als pendant een tuinmanswoning. Beide bijgebouwen stonden toen nog aan de rand van het perceel. De dochter van Jacob Cats, Elisabeth, erfde in 1660 het huis. In 1674 verkochten haar kinderen de buitenplaats aan Hans Willem Bentinck, kamerjonker en vertrouweling van Prins Willem III van Oranje. Hij breidde het terrein ten noordzijde uit en liet in aansluiting op de tuinmanswoning en het koetshuis een orangerie bouwen. Bij aanpassingen aan de buitenplaats in de negentiende eeuw zijn de tuinmanswoning en orangerie gesloopt. Het koetshuis is een eenlaags gebouw op een rechthoekige plattegrond met een schilddak en heeft witgepleisterde gevels. Aan de zijde van het hoofdgebouw bevinden zich de inrijdeuren voor de koets met een sluitsteen met de naam van de buitenplaats: “SORGHVLIET”. Het gedeelte rechts hiervan was in gebruik als koetsierswoning. In de zuidgevel bevinden zich nog kloosterkozijnen waarvan enkele later zijn gewijzigd naar schuifvensters. De gevel aan de noordzijde is geheel gesloten en herinnert daarmee nog aan de tijd dat hier de erfgrens lag. Aan de noordoostzijde zijn meer recent installatieruimtes ondergebracht. Het koetshuis is van cultuurhistorische waarde als onderdeel van de buitenplaats Zorgvliet waarvan het hoofdhuis en de tuinaanleg als rijksmonument zijn beschermd. Het koetshuis is van belang als onderdeel van de oudste fase van de buitenplaats. Stedenbouwkundige waarde ontleent het koetshuis als herinnering aan de oorspronkelijke symmetrische aanleg. Het koetshuis is in hoofdopzet gaaf en herkenbaar bewaard gebleven.