Alexander Gogelweg 20
Sevensteijn
toon op de kaart- StatusRijksmonument
- ArchitectDudok, W.M.
- Monument nr.46626
- BouwstijlNieuwe Bouwen
- WijkZorgvliet
- Bouwjaar1920
In 1920 door W.M. Dudok in cubistisch expressionistische trant ontworpen, geheel vrijstaand woonhuis - genaamd Sevensteyn -. Het is opgetrokken in baksteen op een hellend terrein, op een onregelmatige plattegrond, met souterrain, beganegrond, verdieping en tussenverdieping, en samengesteld uit verschillende bouwvolumes die elk plat zijn afgedekt en die bij de hoeken van afwijkend metselwerk - hetzij springend, hetzij naar buiten uitstekend, dan wel met hoge rollagen - zijn voorzien; de in houten kozijnen gevatte vensters bezitten een horizontale, drieledige roedenverdeling en zijn enkel, per twee of per drie gekoppeld aangebracht. De hoofdingang bevindt zich in het midden van de N-gevel, in een portiek dat rechts in een naar voren uitgebouwd twee bouwlagen tellend bouwblok links is ondergebracht waartegen een schuine steunbeer is geplaatst met hijsbalk waaraan in oorsprong een gesmede lantaarn was opgehangen; de teruggerooide rechtergevelhelft bevat beneden een drietal trapezium-vormige ramen met glas-in-loodverdeling en bekroond door metselwerk en waarvoor een gemetselde bloembak is geplaatst, en op de verdieping gekoppelde vensters waarbij geheel rechts zich de loggia bevindt boven de in de NW-hoek ondergebrachte garderoberuimten, overhuifd door een betonnen luifel en beschut door de doorgetrokken baksteenmuren, die rechts voor een spuier zijn onderbroken; de bovenbouw der tussenverdiepingen, die bij de loggia is teruggerooid, is geheel blind, maar was in oorsprong op de NO-hoek voorzien van een gesmede windhaan naar ontwerp van W.M. Dudok.
De W-gevel bevat geheel links de zij-ingang met rechte betonluifel en loggia daarboven, waar bovenuit de hoge schoorsteen met rondgemetselde top torent met links de teruggerooide gevel van de tussenverdieping, die aan de top als een losstaande muur - met twee vensters en rollagen - is behandeld, de rechterpartij telt beneden twee vensteropeningen en op de verdieping drie, terwijl rechts het souterrain zichtbaar wordt met twee vensteropeningen en een toevoer de dienstruimten die wordt gemarkeerd door een als bloembak ingerichte, platte afdekking en een lage, binnen het muurwerk gehouden schoorsteen.
De Z-gevel bevat links een driezijdige erker - met in het souterrain alleen aan de W-zijde een vensteropening, op de bel-etage aan alle zijden vensters, alsmede twee spuiers op de hoeken, en op de verdieping een door bakstenen muren omheind balcon - en rechts beneden de garage, met venster daarboven en uiterst rechts de toegang tot de berging die in een laag bouwblok is ondergebracht, waarbij de bovenmuur tot borstwering dient van het verhoogde oostelijk terras.
De O-gevel is links terruggerooid en voorzien van een betonnen luifel over dit terras, toegankelijk via dubbele tuindeuren, en op de verdieping een om de Z-hoek omgezette vensterpartij; de naar voren uitgebouwde rechterpartij sluit hier via een knik scheef op aan - evenwijdig aan het terrein geprojecteerd - en bevat beneden een serre in de ZO-hoek en voorts twee vensteropeningen en op de verdieping eveneens, zij het met een blinde gevel in de rechterbovenhoek.
Woonhuis van kenmerkend expressionistisch cubistische architectuur wegens de toepassing van verschillende blokvormige en prismatische bouwvolumes met afwisselend sterke horizontale en verticale accenten door het gebruik van teruggerooide gevels, een hoogopgaande schoorsteen, uitspringende partijen, loggia's, luifels, platte daken, alsmede een bewust contrast tussen open en gesloten wanden door een asymmetrische vensterverdeling, en een enigszins met de Amsterdamse School verwante detaillering van het metselwerk; als bundeling van enerzijds een zakelijke en anderzijds een expressionistisch getinte bouwwijze toegepast bij de woonhuisbouw een waardevolle bijdrage tot de ontwikkeling van de moderne Nederlandse bouwkunst.