Status WOONHUIS uit omstreeks 1860, van harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde, van algemeen belang als onderdeel van de 19e eeuwse stadsuitleg.

Middelste deel van een witgepleisterd symmetrisch bouwblok van drie herenhuizen uit 1860 in eclectische stijl. Het pand bestaat uit drie bouwlagen met kapverdieping. Boven de risalerende ingangstravee is een attiekachtige dakkapel. het pand is een onderdeel van de drie gepleisterde herenhuizen (Alexanderstraat 19-21-23) die in een keer ontworpen zijn als één symmetrische compositie. Elk pand is drie vensterassen breed; het middelste telt een parterre met twee verdiepingen, de flankerende huizen bezitten ieder één verdieping. De panden dragen omlopende schilddaken. Bij elk pand is de middelste vensteras als risaliet behandeld; deze risaliet vertoont een geblokte bepleistering, de hoeklisenen van de flankerende panden zijn in dezelfde trant gepleisterd, maar de hoeklisenen van het middelste pand bezitten per verdieping spaarvelden. De panden hebben een hardstenen plint, een cordonlijsten tussen de verdiepingen en een houten kroonlijst. Het pand heeft in de risaliet een dubbele panelendeur met bovenlicht in getoogde en geprofileerde omlijsting, De vensters zijn reohthoekig, gevat in geprofileerde omlijstingen en voorzien van schuif- en draairamen, oorspronkelijk met aohtruitsverdeling in parterre en verdieping. De vensters van de tweede verdieping hebben hun zesruitsramen bewaard. Het middelste venster van de eerste verdieping draagt een hoofdgestel op consoles; voor dit venster bevindt zich een door rijk gedecoreerde stucwerkconsoles gedragen balcon met versierd gietijzeren hek tussen postamenten. De zijvensters hebben dergelijke balcons, gedragen door een- voudiger voluutoonsoles. De parterrevensters hebben vensterbanken op voluutoonsole. De kroonlijst wordt gedragen door rijk bewerkte consoles in de risaliet en bij de hoekpartijen; in het fries panelen en rozetversieringen. Boven de midden risaliet een forse, attiekachtige dakkapel met gebogen frontonbekroning en vier- ruitsvenster. het pand is gebouwd omstreeks 1860, waarschijnlijk door de timmerman J.P.C. Swijser die een van de stichters was, De andere stichters waren Isaac Karel de Jager en consort(en).