Badhuisweg Nieuwe Scheveningse Bosjes
complex voor verdedigingsstaf (verteidigungsstab)
toon op de kaart- StatusGemeentelijk Monument
- WijkWestbroekpark
- Bouwjaar1942-1945
De Atlantikwall.
Eind 1941 besloot het Duitse opperbevel tot de aanleg van de Atlantikwall langs de Europese
Westkust. De aanleg van deze verdedigingslinie vond in de jaren 1942-1945 plaats. Het doel was in
geval van een tweefrontenoorlog de geallieerden aan de kust te verslaan. Bij de opzet van de
Atlantikwall lag de nadruk aanvankelijk op strategisch belangrijke plaatsen (zoals havens en
zeegaten). In Nederland kregen daarom Den Helder, IJmuiden, Hoek van Holland en Vlissingen de
meeste aandacht en de hoogste status ("Verteidigungsbereich" en/of "Festung"). Ook Den
Haag/Scheveningen werd, als kustplaats en bestuurlijk centrum, als potentieel interessant doelwit
voor een invasie cq. "raid" gezien. Aan Den Haag/Scheveningen werd dan ook de op een na
hoogste status verbonden ("Stützpunktgruppe"). Het geheel van verdedigingswerken, dat een groot
deel van het Haagse en een kleine deel van het Wassenaarse grondgebied besloeg, kreeg de
benaming "Stützpunktgruppe Scheveningen" mee.
Complex voor verdedigingsstaf (Verteidigungsstab).
In dit complex was de staf, die het militaire commando over de verdediging van de Stützpunktgruppe
voerde (de Verteidigungsstab), gevestigd. Het complex (bunkers en omliggende bebouwing) had in
1944 de aanduiding "Widerstandsnest 318".
A. Lokatie.
Het complex is gelegen aan weerszijden van de Badhuisweg. Het grootste deel van de werken ligt
in de Nieuwe Scheveningse Bosjes. Een drietal werken ligt tussen de bebouwing aan de andere
zijde van de Badhuisweg.
B. Verschijningsvorm en hoofdonderdelen.
Het complex is een verzameling solitaire bunkers ten behoeve van de onderbrenging en verzorging
van de staf, die in tijden van relatieve rust in de omliggende bebouwing verbleef. De werken in de
Nieuwe Scheveningse Bosjes liggen gedeeltelijk of geheel ondergronds. Bovengrondse gedeelten
zijn aangeaard. De werken tussen de bebouwing liggen ondergronds of - in één geval - geheel
bovengronds.
C. Samenstellende onderdelen.
De naoorlogse sloop bleef in dit complex beperkt tot een tweetal garages. De meeste werken
werden ontoegankelijk gemaakt en, voor zover nodig, onder de grond gewerkt en beplant.
In het complex bevinden zich dertien relevante werken. Daarvan zijn er zes van de categorie met
het grootste weerstandsvermogen (Ständiger Ausbau in Stahlbeton), zeven objecten hebben een
lager weerstandsvermogen (Feldmässiger Ausbau).
Ständiger Ausbau in Stahlbeton.
S.2 en 4. Groepsonderkomen.
Het ontwerp van deze bunker is afkomstig van de Duitse landmacht. Dit standaardtype staat
bekend als Regelbau 622, Doppelgruppenunterstand. De Baunummers zijn respectievelijk 8712 en
8710. De bouw vergde 650 m3 beton, 30 ton wapeningsijzer en 3,8 ton ijzeren balken.
De bunker bestaat uit twee afwachtingsruimtes voor het onderbrengen van twee groepen van tien
man. Aan een lange zijde wordt de bunker door middel van een overdekte loopgraaf ontsloten. Het
object heeft twee ingangen. Beide ingangen geven toeggang tot de beide afwachtingsruimte via
één gassluis. Vanuit de afwachtingsruimten kunnen de ingangen via afsluitbare schietgaten
verdedigd worden. De bunker is voorzien van twee open waarnemingsposten.
Type 622 is het meest gebouwde St#ndige-bunkertype. In Europa zijn er minimaal circa 1700
gebouwd. In Den Haag stonden er twaalf, daarvan bestaan er nog acht.
S.3. Commandopost.
Het ontwerp van deze bunker is afkomstig van de Duitse landmacht. Dit standaardtype staat
bekend als Regelbau 608, Bataillons, Abteilungs oder Regiments-Gefechtsstand, eingeschossig.
Het Baunummer van S.3 is 8711. De bouw vergde 885 m3 beton, 45 ton wapeningsijzer en 8,7 ton
ijzeren balken.
De 608 was in beginsel bestemd voor een regimentsstaf. Bij uitzondering mocht de bunker door
lagere staven (Batl., Abt.) gebruikt worden. De bunker gaf onderdak aan de commandant, twee
officieren en drie manschappen (of nog twee officieren). In deze commandopost bevindt zich een
tiental aparte vertrekken (werkvertrekken, afwachtingsruimten en installatieruimten). Aan een zijde
wordt de bunker door twee ingangen, beide voorzien van een gassluis, ontsloten. Vanuit een
speciale ruimte in de bunker kon de ingangszijde worden bestreken (nabijverdediging). Tegenover
de entrees bevindt zich een schietgat. Vanuit de ruimten achter deze schietgaten kon de ingang
onder vuur genomen worden (ingangsverdediging). De bunker is voorzien van een open
waarnemingspost.
Type 608 behoort tot de veel gebouwde bunkertypes. In Europa werden er minimaal circa 135
gebouwd. Den Haag kent er maar één.
S.6. Brononderkomen.
Het ontwerp van deze bunker is afkomstig van de Duitse landmacht. Dit standaardtype staat
bekend als Regelbau 646, Brunnenstand. Het Baunummer van S.6 is 8710a. De bouw vergde 330
m3 beton, 11 ton wapeningsijzer en 1,5 ton ijzeren balken.
Naast een ingang met gassluis heeft deze bunker twee ruimten. In de eerste ruimte bevond zich
een, met een moter of met de hand bediende, bron. De tweede ruimte diende als opslagruimte voor
een watervoorraad van 7 m3. Zowel binnen als buiten was een tappunt aangebracht.
Type 646 is redelijk veel toegepast. In Europa zijn er minimaal circa 60 gebouwd. In Den Haag staat
er één.
S.13. Munitiebergplaats.
Het ontwerp van deze bunker is afkomstig van de Duitse marine. Dit standaardtype staat bekend als
Regelbau Fl 246, Munitions-Auffüllraum für schwere Flakbatterie. Het Baunummer van S.13 is 8749.
Dit type was aanvankelijk bestemd voor 8,8 of 10,5 cm luchtafweer-(Flak-)batterijen. Vanaf de herfst
1942 paste men deze bunker ook toe in kustbatterijen tot een kaliber van 17 cm. De bouw vergde
1530 m3 beton, 31,2 ton wapeningsijzer, 22,2 ton ijzeren balken en 4,5 ton plaatijzer.
Deze grote bunker bestaat uit een viertal grote en vijf kleine opslagruimtes voor munitie. Twee
gebroken ingangen geven toegang tot de bunker. De munitiebergplaats is zwaar uitgevoerd, in dit
geval zijn muren 3 en het dak 3,5 meter dik. Het werk is grotendeels bovengronds gelegen en toont
nog sporen van camouflagebeschildering. Op deze lokatie deed de bunker als centraal munitiedepot
dienst. Op 7 maart 2007 is men gestart met de bouw van een villa op deze voormalige munitiebergplaats.
Type Fl 246 is redelijk veel toegepast. In Europa zijn er minimaal circa 80 gebouwd. In Den Haag
stonden er vier, die alle nog bestaan.
S.22. Keuken.
Het ontwerp van deze bunker is afkomstig van de Duitse landmacht. Dit standaardtype staat
bekend als Regelbau 645, Unterstand für 1 Küche. Het Baunummer van S.22 is 8748. De bouw
vergde 605 m3 beton, 27 ton wapeningsijzer en 4,8 ton ijzeren balken.
Type 645 was bestemd voor een keuken ter verzorging van maximaal 200 man. De bunker bestaat,
naast een ingang en gassluis, uit vier ruimtes. In één ervan, de keukenruimte, was plaats voor een
grote veldkeuken, die door een grote opening in de wand aan de ingangszijde naar binnen gereden
werd. Deze opening werd meestal gebruikt om het eten uit te reiken. In plaats van een veldkeuken
kon ook een vaste fornuis ingebouwd worden. Verder bevat de bunker een afwachtingsruimte voor
drie man en twee opslagruimtes voor voorraden en toebehoren.
Aan een lange zijde heeft de bunker naast de inrij-opening een personeelsingang. Deze geeft geeft
via een gassluis toeggang tot de afwachtingsruimte en de keukenruimte. Vanuit de
afwachtingsruimte kan de ingang via een afsluitbaar schietgat verdedigd worden.
De 645 behoort tot de zelden gebouwde bunkertypes. In Europa zijn er minimaal circa 30 gebouwd.
Den Haag kende er zes, die alle nog bestaan.
Feldmässiger Ausbau.
In deze weerstandscategorie betreft het in de meeste gevallen simpele, gestandaardiseerde werken
met muren van baksteen en betonnen vloer- en dakplaten. Het gaat om:
S.5, 7 en 14. Woonschuilplaatsen.
S.14 is verbonden met de villa Nieuwe Parklaan 73.
S.8. W.C.
S.9. Badhuis.
Het bakstenen/betonnen object bestaat uit een centrale, aan twee kanten ontsloten gang, die
toegang geeft aan een aantal kleed- en badruimten aan weerszijden van de gang. Op het dak van
de gang ligt een betonnen waterreservoir.
Dit type badhuis komt in Den Haag negen keer voor.
S.10. Bergplaats.
S.12. Onbekend werk.
Dit object is ongeveer 45 x 11 meter groot. Naar alle waarschijnlijkheid gaat het hier om een grote
schuilplaats naar een civiel ontwerp (Luftschutzbunker). De bunker bestaat uit een langwerpige
schuilruimte met ingangspartijen aan de kopkanten.
Van dit complex zijn vrijwel alle werken nog aanwezig. De stelling vormt een typerend en gaaf
voorbeeld van een klein, lokaal commandocentrum. Het complex toont goed aan hoe deze nieuwe
structuur op basis van optimale camouflage in de omgeving ingeplant werd. De stelling heeft de
oorspronkelijke context behouden en is inmiddels op een aanvaardbare wijze in het landschap
geïntegreerd. Het complex bezit nog alle St-bunkers.
Het terrein van en de dertien onderscheiden objecten binnen het commandocomplex zijn van
algemeen belang voor de gemeente Den Haag wegens hun cultuurhistorische waarde en hun
betekenis voor de wetenschap.