Bleijenburg 7
Algemeen Rijksarchief
toon op de kaart- StatusRijksmonument
- ArchitectLokhorst, J. van
- Monument nr.477325
- BouwstijlNeo-Renaissance
- WijkCentrum
- Bouwjaar1895-1903
Omschrijving
Kantoorgebouw van het voormalig Algemeen Rijksarchief (ARA) op rechthoekige plattegrond met een van de lange gevels aan de straat, bestaande uit een kelder, parterre en, in het middendeel en de linkervleugel, drie verdiepingen en in het rechterdeel twee verdiepingen onder zadeldaken. De gevels zijn opgetrokken in roodbruine baksteen met ontlastingsbogen in rode steen boven de vensters met bakstenen drie- en tweelichtkozijnen. Banden van gele steen verlevendigen het metselwerk. De gevels bezitten voorts sierankers, een hardstenen plint en tussen de verdiepingen waterlijsten in hetzelfde materiaal. Ook de middendorpels van de drielichtvensters zijn in hardsteen uitgevoerd. De centrale partij van de voorgevel wordt gevormd door een middenrisaliet van drie vensterassen en puntgevel; het lagere gedeelte links hiervan omvat drie, het hogere deel rechts omvat vier vensterassen. Beide zijgedeelten worden gedekt door zadeldaken. In de dakpartijen reeksen gemetselde dakkapellen met kruiskozijnen. De puntgevel van de middenpartij bevat een spitsboognis met kruiskozijn en tracering in de kop, geflankeerd door kleine spitsboognissen met luiken. Voor de keldervensters zijn smeedijzeren siertraliewerken aangebracht. De entree en wordt geflankeerd door kleine spitsboogvensters en bezit een houten paneeldeur en bovenlicht met glas-in-lood waarin het Nederlandse wapen. Het interieur is voor een groot deel gaaf bewaard gebleven. De vestibule wordt geflankeerd door portiersloges. De driebeukige hal wordt overkluisd door kruisribgewelven op ronde, hardstenen pijlers. De wanden zijn witgepleisterd en de boogomlijstingen zijn in schoon metselwerk uitgevoerd. Het hoge, smalle trappenhuis bevat een lichtschacht met de trappen er omheen. De lichtschacht wordt door spitsbogen geopend naar de trappen die smeedijzeren balustraden bezitten en koperen leuningen langs de wanden. De toegangsboog tot de trap rust tegen de muur op een gebeeldhouwde console waarop een ridderfiguur met twee wapenschilden is uitgebeeld. De wanden vertonen een beschildering van friezen waarinbladranken, uitgevoerd door de decorateur Jan de Quack. Op de eerste verdieping bevindt zich de leeszaal, overdekt door troggewelfjes, rustend op gietijzeren balken die tegen de wanden rusten op consoles. Balken, pijlers en wanden vertonen een decoratieve beschildering. Ter weerszijden van de toegang zijn door glaspuien werkvertrekken voor het leeszaalpersoneel afgescheiden. De kamer van de rijksarchivaris op de 1e verdieping bezit een zoldering met troggewelfjes en een beschilderde moerbalk op consoles. De gang op deze verdieping wordt overdekt door kruisribgewelven en bezit een geschilderd wandfries met bladranken. In de gang zijn alle deuren uitgever met panelen en koperen deurknoppen. Alle kamers op de 1e verdieping worden overdekt door troggewelven met beschildering op de balken en bezitten eenvoudige schoorsteenmantels. In de hoekkamer aan deze zijde is een grote schoorsteenmantel waarvan de mantel gebeeldhouwde gotische profielen bezit en op de boezem het Nederlandse wapen is geschilderd. De schouw draagt het opschrift: 'In omni re vincit imitationem veritas'. Vele vensters bezitten glas-in-lood. De kapconstructie is uitgevoerd in ijzer.
Waardering
Het ARA-kantoorgebouw met bijbehorend interieur is architectuurhistorisch van belang als voorbeeld van de door Cuypers en De Stuers gepropageerde nieuwe overheidsstijl die in het laatste kwart van de 19e eeuw werd toegepast, grotendeels geinspireerd op de inheemse architectuur van de late 16e- en vroege 17e eeuw en met gebruik van nieuwe technische vindingen voor de constructie. Hoofdvorm, detaillering en materiaalgebruik zijn in- en uitwendig gaaf bewaard.
Omschrijving; mon nr: 477326
Het depotgebouw van het voormalig Algemeen Rijksarchief (ARA) op vierkante plattegrond heeft afmetingen van ca. 30 bij 30 meter en telt zes verdiepingen. De bakstenen gevels fungeren louter als "schil". De gehele ijzerconstructie van vloeren en kasten is zelfdragend uitgevoerd. De gevels zijn opgetrokken uit roodbruin metselwerk met sierbanden van gele steen. In de zijgevels stalen ramen, per travee gescheiden door steunberen waartegen sierankers zijn aangebracht ter verankering van de vloeren. Het gebouw is gefundeerd op een rooster van grenen balken. Voor het overige is bij de bouw uitsluitend gebruik gemaakt van baksteen, natuursteen, ijzer, staal en leisteen. De kelders bezitten een overwelving en contrabogen teneinde een gelijkmatige verdeling van de lasten te verkrijgen. Het gebouw bezit een stelsel van glazen lichtkappen. De oorspronkelijke roostervloeren van ijzer zijn omstreeks 1967 vervangen door roosters van verzinkt staal. De ijzeren kasten zijn voorzien van opstapijzers en bezitten versierde handgrepen. De hoogte van de verdiepingen bedraagt 2.50 meter, de uit archieftechnisch oogpunt ideale maat. de verbinding tussen de verdiepingen wordt gevormd door ijzeren steektrappen; de oorspronkelijke acht handgoederenliften zijn later vervangen door een elektrische lift. Een hydraulisch systeem zorgt voor het openen en vergrendelen van de stalen rol- en vouwluiken van de vensters. De 42 hydraulische motoren bevinden zich in de afsluitbare kasten op de begane grond tegen de zijwanden. Aan de achterzijde van het kantoorgedeelte bevindt zich het ketelhuis, blijkens een gevelsteen gebouwd in 1900 door W. Schlussen, werktuigbouwkundig ingenieur. Het ketelhuis bevat hoge drukketels voor de bediening van de hydraulische inrichting van het depotgebouw.
Waardering
Het ARA-depotgebouw met bijbehorende interieur-onderdelen is typologisch, architectuur- en cultuurhistorisch van belang als voorbeeld van vooruitstrevende archiefarchitectuur uit het einde van de 19e eeuw, grotendeels geinspireerd op de Hollandse Renaissance en deels gecombineerd met gotische elementen en waarin de nieuwe technische vindingen toepassing vonden. Het ARA-depotgebouw geldt als hoogtepunt van de 19e eeuwse archiefbouw in Nederland. Hoofdvorm, detaillering en materiaalgebruik zijn in- en uitwendig gaaf bewaard