Inleiding
Herenhuis, dat het rechterdeel vormt van het bouwblok Burgemeester van Karnebeeklaan 6, 8 en 10. Het bouwblok werd in 1873 gebouwd in opdracht van Gerrit Henric Gijsbert Braam in eclectische bouwstijl, waarschijnlijk naar ontwerp van architect L.A. Brouwer.

Omschrijving
Herenhuis op rechthoekige plattegrond, bestaande uit een souterrain en drie bouwlagen onder een schilddak, drie vensterassen breed. De rechteras is als risaliet behandeld. De voorgevel is van baksteen; het souterrain is bekleed met hardsteen, versierd met sculpturale ornamentiek; de eerste bouwlaag bezit een gebosseerde bepleistering. In het risalietgedeelte bevindt zich een porte-cochere, bestaande uit dubbele deuren met rijk houtsnijwerk in neo-Lodewijk XVI-stijl en een getoogd bovenlicht met sierpleisterwerk. Omwille van de symmetrie is deze toegangspoort identiek aan die in nummer 6. Erachter bevindt zich echter geen doorrit, maar een vestibule. Het balkon boven de porte-cochere wordt gedragen door twee hermen - menselijke figuren die van onderen in een pilaster overgaan -, ontleend aan de renaissance. Het balkon bezit een balusterbalustrade. Het risaliet wordt op de tweede en derde bouwlaag geflankeerd door pilasters met verdiepte velden en composiete kapitelen in classicistische stijl. De pilasters dragen het hoofdgestel van het risalietgedeelte. De schuifvensters van de tweede bouwlaag bezitten een gepleisterde, geprofileerde omlijsting en een flauw gebogen hoofdgestel op voluutconsoles. De vensterbanken rusten eveneens op voluutconsoles, waartussen rechthoekige panelen met decoraties zijn aangebracht. De vensters worden verbonden door een geprofileerde cordonlijst. De derde bouwlaag is voorzien van stolpramen, met een gepleisterde, geprofileerde omlijsting, een sluitsteen en een lambrequin aan de onderzijde. Het hoofdgestel bestaat uit een fries met rechthoekige vensterpanelen en festoenen in neo-Lodewijk XVI-stijl, een tandlijst en een kroonlijst op klossen. Het interieur heeft grotendeels zijn oorspronkelijke structuur bewaard. De indeling van het souterrain, voorzien van gele en zwarte tegels, is intact. De voormalige porte-cochere is inwendig gewijzigd. Bewaard zijn de vestibule met gebosseerde stucversiering tegen de wanden en eclectisch stucplafond. Vanuit de vestibule leidt een marmeren trap naar de hal, toegankelijk via een tochtpui met houten panelen en glas metgeetste versieringen. Het trappehuis bevat trappen met ijzeren balusterspijlen en versierde, in hout gesneden eindbalusters. Het trappehuis wordt verlicht door twee ramen in geprofileerde, rondbogige omlijstingen en bezit een eclectisch stucplafond. Op de eerste bouwlaag is een kamer-en-suite met rijk versierde stucplafonds, waarvan het middengedeelte een omlijsting in de vorm van een vierpas bezit, alsmede een achterkamer met ovaal omlijst stucplafond en een serre met bovenlicht. De oorspronkelijke paneeldeuren op deze bouwlaag zijn bewaard gebleven. De twee kamers op de tweede bouwlaag, die oorspronkelijk een zaal over de volle diepte van het huis vormden, bezitten eenvoudig versierde stucplafonds. De paneeldeuren zijn bewaard. In de rechtervoorkamer bevindt zich een bont-marmeren schoorsteenmantel.

Waardering
Herenhuis van architectuurhistorisch en typologisch belang als representatief voorbeeld van een herenhuis in een rijke eclectische bouwstijl. Hoofdvorm, detaillering, materiaal en interieur zijn goed bewaard. Als onderdeel van een drietal in een architectonisch ontwerp gebouwde herenhuizen, heeft het pand tevens ensemblewaarde.