De Constant Rebecqueplein 20
toon op de kaart- StatusGemeentelijk Monument
- ArchitectSchadee, A.
- BouwstijlOvergangsarchitectuur Wederopbouw
- WijkRegentessekwartier
- Bouwjaar1906; 1914/16, 1949, 1954/57
Als gemeentelijke elektriciteitscentrale in 1906 begonnen nutsvoorziening bestaande uit de in 1904 door gemeentearchitect A.A. Schadee ontworpen en in 1914-1916 uitgebreide oorspronkelijke Electriciteits Fabriek, een uit 1949 daterend trafostation en de in 1954-1957 gerealiseerde hoge machinehallen langs het Afvoerkanaal.
In 1901 besloot de Haagse gemeenteraad de elektriciteitsvoorziening in eigen beheer te nemen. De te bouwen "Electriciteits Fabriek", een ontwerp uit 1904 van de gemeentearchitect A.A. Schadee, werd gebouwd op het Kleine Veentje, een onbebouwd terrein van volkstuinen net buiten de singels. Het technisch ontwerp was van de directeur van het GEB, Nicolaas Jan Singels, in samenwerking met AEG dat ook de elektrische installaties leverde. De Duitse centrales van AEG met hun burcht- en paleisachtige architectuur hebben Schadee duidelijk beïnvloed bij zijn ontwerp van het geveluiterlijk. De stijl is die van de door Schadee veel toegepaste overgangsarchitectuur. Het burchtachtige karakter wordt vooral verkregen door de rijk uitgewerkte gevelbeëindiging met siermetselwerk, kantelen en arkeltorentjes. In de hoofdentree is een tegeltabeau opgenomen met hierin het opschrift Electriciteits Fabriek. De in 1906 gerealiseerde fabriek bestond uit een vijf assen brede kantoorgevel langs het De Constant Rebecqueplein (souterrain met daarop drie bouwlagen) ter weerszijden geflankeerd door eenlaags bedrijfsgebouwen en achter deze bebouwing gesitueerd twee langgerekte fabriekshallen. Dominant in het stadsbeeld waren twee hoge bakstenen schoorstenen langs het Verversingskanaal. Vanaf het begin blijkt telkens dat uitbreidingen noodzakelijk waren, zowel voor de administratie als voor het bedrijfsmatige gedeelte. De bouwgeschiedenis van de fabriek is dan ook ingewikkeld door de vele sloop- en nieuwbouwactiviteiten. Al in 1914-1916 vinden er uitbreidingen plaats waaronder het met drie bouwlagen ophogen van de eenlaagse vleugels ter weerszijde van het kantoorgebouw waardoor de nog altijd bestaande imposante hoofdgevel van de fabriek is ontstaan. Voor de oorlog waren de fabriekshallen al uitgebreid en deels vervangen door meer grootschalige nieuwbouw. Veel is hier niet meer van over. Het merendeel van de oude fabriekshallen uit 1906, de schoorstenen en de bedrijfshallen uit het Interbellum zijn na de oorlog vervangen door grootschalige nieuwbouw. Alleen een klein restant van de fabriekshal direct gelegen achter de kantoorvleugel is van de oorspronkelijke fabriekshallen bewaard gebleven. Als eerste werd in 1949 een groot trafostation gebouwd op het terrein direct langs de De Constant Rebecquestraat in de kenmerkende vroege wederopbouwarchitectuur. In de jaren vijftig (1954-1957) zijn de grote bedrijfshallen gerealiseerd die nu het fabrieksfront bepalen langs het Verversingskanaal. Het industriële complex is voor een deel nog altijd in gebruik als elektriciteitscentrale en warmtekrachtcentrale voor het netwerk van de stadsverwarming.
Waardering:
De elektriciteitscentrale is van architectuurhistorische waarde als uniek Haags voorbeeld van utilitaire bedrijfsarchitectuur uit diverse perioden. De oorspronkelijke fabriek behoort tot één van de grotere werken van A.A. Schadee en is een belangrijke mijlpaal in het oeuvre van de architect. Ook de uitbreidingen uit de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in de typische sobere wederopbouwstijl zijn verzorgd vormgegeven waarbij met name de afgewogen detailleringen van het trafostation uit 1949 opvallen. De centrale heeft hoge stedenbouwkundige waarde. Het aanzicht aan de pleinzijde wordt sterk bepaald door de bewaard gebleven oudste onderdelen van de fabriek terwijl de uitbreidingen uit 1954-1957 het stadsbeeld domineren aan de zijde van het Afvoerkanaal. Het complex van de centrale is één van de weinige nog complete fabrieken in de binnenstad en heeft hoge cultuurhistorische waarde vanwege de eraan verbonden geschiedenis van de elektriciteitsvoorzieningen binnen de gemeente Den Haag.
NB. De bescherming is beperkt tot de bebouwing binnen de begrenzing van bovenstaande kaart. De administratievleugels tegenover de fabriek in de richting van de Joseph Ledelstraat vallen hierbuiten evenals de in de jaren tachtig van de vorige eeuw gerealiseerde bebouwing naast het trafostation. De in de centrale aanwezige bedrijfsinstallaties alsmede de pijpen en buizen aan en op de bebouwing zijn van vrij recente datum en vallen niet onder de bescherming.
De bescherming betreft hier een zogenaamde "vanwege bescherming" waarbij de te beschermen monumentale waarde is beperkt tot het exterieur.