Voormalige R.K. Huishoudschool met kapel, internaat en nonnenklooster uit 1935 in door de Delftse School beïnvloede historiserende vormgeving van architect Jan Mol. Het gebouwencomplex op onregelmatige plattegrond bezit meerdere bouwvolumen van verschillende hoogten. De oorspronkelijke leslokalen en administratieve ruimten zijn in L-vorm gegroepeerd. Tegen de binnenzijde van een van de poten bevindt zich de vm. kloosterhof met arcadestelling waarlangs de ruimten zijn gegroepeerd van het vroegere internaat. De school is vanaf de Dr. Kuyperstraat bereikbaar via een brug over het water. De kademuur ter hoogte van het complex en bakstenen tuinmuur langs de Dr. Kuyperstraat met ijzeren hekwerk zijn onderdeel van het totale ontwerp. 

 Dankzij pastoor F.J. Beijssens van de Parochie van de Heilige Theresia (Teresa) van Avila werd in 1915 in Den Haag de eerste katholieke huishoudschool opgericht, met als hoofddoel ‘de vorming der jonge meisjes tot  

godsdienstige, degelijke en ontwikkelde vrouwen, die in staat zijn zelfstandig een huishouden te besturen’. De school startte met twintig leerlingen in een groot zeventiende-eeuws herenhuis aan het Westeinde.  De school bood verschillende opleidingen: lerares voor het huishoudonderwijs en huishoudkundigen, dagschool voor meisjes na de lagere school en avondcursussen in ‘wasschen, koken en strijken’. Er was veel belangstelling, en in de jaren dertig was het aantal leerlingen tot over de 800 gegroeid. Het herenhuis werd te klein en het kerkbestuur beraadde zich over nieuwbouw. Het besloot de verantwoordelijkheid voor de bouw over te dragen aan de pas opgerichte R.K. Vereeniging ter bevordering van het Nijverheidsonderwijs te  

’s-Gravenhage. De vereniging vond een geschikt terrein aan de Dr. Kuyperstraat. Dat was in 1931 vrijgekomen door het vertrek van de Haagsche Houthandel en Timmerfabriek Gebr. van Malsen naar het industriegebied de Binckhorst. In april 1935 verhuisden de leerlingen van het Westeinde naar de nieuwe school en vond de plechtige inzegening plaats. 

Architect Jan Mol kreeg de opdracht een huishoudschool te ontwerpen met een kapel, internaat en nonnenklooster. Het resultaat is een bijzonder samenspel van bouwdelen onder verschillende kappen, de muren in geel metselwerk uitgevoerd en doorsneden door een diversiteit aan raamvormen met een roedeverdeling en glas-in-lood. Spitsboograampjes geven aan waar het deel met het klooster zich bevindt, aan de linkerkant met erachter de oprijzende toren van de kapel. Er hoort een kloosterhof bij, omgeven door een gang met bakstenen spitsbogen. Rechts is de huishoudschool. Vier reliëfs boven de hoofdingang illustreren de huishoudelijke bezigheden van de meisjes: bloemschikken, opdienen, naaien en kinderverzorging. Vermoedelijk zijn ze gemaakt door Albert Termote die ook de kruiswegstaties in de kapel heeft vervaardigd.  

Het internaat bood plaats aan maximaal achttien interne leerlingen. De sfeer was huiselijk en de meisjes hadden de beschikking over een zonnige daktuin. Eind jaren negentig woonden nog enkele nonnen van de oude katholieke huishoudschool in het klooster. Het deel met de huishoudschool was toen al niet meer in gebruik. In 2003 is vergunning verleend de school intern te verbouwen en hier vijf appartementen te realiseren.  Verder is het complex nu in gebruik als orthodox klooster van de Heilige Johannes de Voorloper.    

 Van architectuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een in door de Delftse School beïnvloede historiserende stijl vormgegeven gebouwencomplex waar school, kapel, internaat en klooster tot een samenhangend gebouwencomplex zijn geïntegreerd. Stedenbouwkundig van waarde vanwege de prominente ligging aan het water langs de Dr. Kuyperstraat. Tevens van cultuurhistorische waarde vanwege de aan het complex verbonden herinnering aan de voormalige R.K. Vereeniging ter bevordering van het Nijverheidsonderwijs te ’s-Gravenhag