Dr. Lelykade 188 t/m 196
toon op de kaart- StatusGemeentelijk Monument
- ArchitectDuijne, C.J.M. van
- WijkScheveningen
- Bouwjaar1936
Visrokerij en rederij van de firma A. en P. Den Dulk aan de Dr. Lelykade uit 1936 (uitgebreid in 1949) gesitueerd aan de tweede binnenhaven..
Oorspronkelijk telde de voormalige rokerij/rederij acht vensterassen met ter rechterzijde een poortgebouw. Dit poortgebouw is in de architectuur herkenbaar aan de hoger opgetrokken vlaamse gevel. Het onderkelderde, drie beuken diepe pand telt twee bouwlagen gedekt met twee evenwijdig geplaatste zadeldaken op de eerste en tweede beuk en een platte dekking voor de achterste beuk. De gevels zijn opgetrokken uit baksteen. In de gevels bevinden zich brede stalen ramen voorzien van een roedeverdeling. De brede vensters zorgen voor een horizontaal accent in de gevel. Het poortgebouw heeft op de begane grond een brede, getoogde poort die uitkomt op het achterterrein. In de middenbeuk zijn op de begane grond de rookkamers gesitueerd. Op de verdieping achter de voorgevel was de boetzolder. In de middenbeuk vlak naast de overdekte poort bevond zich de stookruimte. Hier is een 25 meter hoge schoorsteen bewaard gebleven, opgebouwd uit metselwerk van radiaalstenen en waalvormstenen. De schoorsteen is een belangrijk markeringspunt in de haven. In 1949 is de rokerij/rederij uitgebreid. Dan wordt het gebouw naar links toe met vijf vensterassen verlengd in dezelfde stijl als de bestaande bebouwing. De kroonlijst en kap worden doorgetrokken waardoor een harmonieus gevelbeeld ontstaat. Het bedrijfspand krijgt ook rechts van het poortgebouw een drie vensterassen tellend bouwblok. Ook nu trekt men de kap en kroonlijst conform de bestaande detaillering over de nieuwbouw door. Hier is op de begane grond een winkelpui en een verdiept gelegen bedrijfsingang aanwezig. De verdieping bezit in dit bouwdeel houten vensters. In 1955 is de rokerij buiten bedrijf gesteld
Het complex betreft de laatst bewaard gebleven rokerij met boetzolder in de haven van Scheveningen en heeft als zodanig grote cultuurhistorische waarde als herinnering aan het rijke visserverleden. Tevens van stedenbouwkundige waarde als markeringspunt in de Scheveningse havens, met name de van verre zichtbare schoorsteen.