Statig woonhuis uit omstreeks 1860, van harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde, van algemeen belang als onderdeel van de 19e-eeuwse stadsuitleg.

Pand uit ca. 1860 in eclectische stijl bestaande uit kelder, twee bouwlagen en kapverdieping, vier vensterassen breed. Het vormt onderdeel van een symmetrische groep van vijf herenhuizen. Het tochtportaal, gang en trappehuis hebben marmeren vloeren; oorspronkelijke trap met spijlen nog aanwezig. Op de begane grond is rond 1910 achter de kamer-en-suite een serre aangebouwd met Art Nouveau glas-in-lood. Mogelijk zijn toen ook de glas-in-lood bovenlichten in de schuifvensters van de voorgevel aangebracht. De keuken aan de achterzijde op de begane grond is in de loop van de 20e eeuw eveneens uitgebreid en voorzien van stalen ramen en deur. Voor de kapconstructie is mede gebruik gemaakt van philibertspanten. Het van oorsprong vrij sober uitgevoerde pand is in 1993 weer in gebruik genomen als woning. Onderdeel van een rijke eclectische gevelwand, gebouwd in de periode 1860-1865.