Theresiastraat 145 (139-147), Johannes Camphuijsstraat 23 en 25

"Nederlandsch Sportpark"

toon op de kaart
  • Status
    Rijksmonument
  • Architect
    Mutters, J.
  • Monument nr.
    452743
  • Bouwstijl
    Overgangsarchitectuur
  • Wijk
    Bezuidenhout
  • Bouwjaar
    1896-1897
Registerblad 

Inleiding.
Vrijgelegen voormalig sportgebouw van het "Nederlandsch Sportpark" uit 1896-1897 in overgangsarchitectuur op rechthoekige plattegrond naar ontwerp van J. Mutters jr. Opdrachtgever was de N.V. Sportterrein Den Haag die de sportzaal liet bouwen als onderdeel van een groot sportcomplex voor atletiek, wielrennen en paardesport. Het sportpark werd al in 1901 opgeheven waarna de sportzaal als manege werd gebruikt. In 1910 is hiervoor aan de achterzijde een stalgebouw bijgebouwd, ontworpen door A. van Ameijden van Duijm en J.J. Gort. In 1925 ging het complex over in handen van de autofirma Englebert, die het tot hoofdkantoor inrichtte. In 1991-1992 is het gerenoveerd en geschikt gemaakt als sport- en fitnessruimte.

NB. De eenlaags aanbouw tegen de buitenzijde van de zuidwestelijke langsgevel en de aanbouwen tegen de achterzijde van de sportzaal zijn met uitzondering van het stalgebouw uit 1910 van bescherming uitgesloten.

Beschrijving.
Het voormalige sportgebouw bestaat uit een representatief deel aan de Theresiastraat met diverse vertrekken en de hierachter gelegen sportzaal. Aan het exterieur van het gebouw is veel aandacht geschonken. De gevelwanden zijn in bruine baksteen opgetrokken en worden verlevendigd door siermetselwerk en verblend- en natuurstenen onderdelen. Muurdammen en hoeklisenen worden beëindigd met decoratieve torentjes. De ramen in houten kozijnen zijn rechthoekig of rondboogvormig met zowel verdeelde als onverdeelde bovenlichten. De representatieve voorbouw heeft een vijf vensterassen breed bouwdeel van een bouwlaag en een daarachter gelegen hoger deel van twee bouwlagen, alles onder platte daken. De voorgevel was van oorsprong vijf traveeën breed. De uitbouwen tegen de linker- en rechterzijgevel van een bouwlaag onder lessenaarsdaken zijn in 1908 toegevoegd waardoor de symmetrische opzet teniet is gedaan. In de hoofdgevel zijn ver naar beneden doorlopende rondboogvormige vensters met kleine roedeverdeling in de bovenlichten. Boven de hoofdingang in het midden van de gevel is een vierkante torenvormige opbouw beëindigd door een open gemetselde balustrade met hoektorentjes. Veel interieurdetails van de voorbouw zijn bewaard gebleven, waaronder het trappehuis met smeedijzeren trapbalusters, een mozaiekvloer met sportemblemen vervaardigd door de firma Simons en Co. en glas-in-lood in de deuren.

Achter de representatieve ruimten ligt de eigenlijke sportzaal onder zadeldak. Deze zaal op rechthoekige plattegrond heeft een omvang van 20 x 30 meter en een hoogte van 11.50 meter.
De bakstenen langsgevels van de zaal zijn vijf traveeen breed en worden door lisenen onderverdeeld. Onder de gootlijst is rijk siermetselwerk aangebracht. Beide gevels hebben bovenin grote rondboogvormige vensters voor de lichttoetreding van de achtergelegen galerijen. In de gevel aan de Johannes Camphuysstraat zijn op de begane grond moderne inrijdeuren geplaatst. Bij de andere langsgevel wordt het zicht op de begane grond aan de buitenzijde ontnomen door een latere aanbouw. De achter- en voorgevel van de grote zaal hebben een klimmend fries met horizontaal aangebrachte natuurstenen banden.

Het interieur van de zaal is van oorsprong ongedeeld met een boven- en benedengalerij en is onder meer voorzien van geschilderde decoraties op de wanden en plafonds. Voor de constructie van de zaal is gewapend beton volgens het systeem Monier toegepast. Het is een van de vroegste voorbeelden van een dergelijke constructiewijze in Nederland. De betonnen korfbogen (dit zijn betonnen ribben van een overspanning met 20 meter) worden aan de zijkanten telkens opgevangen door vier portalen, die uit een drager, een onderslagbalk en liseen/steunbeer in de gevel bestaan. Tussen de ribben liggen de Monierschalen. Trekstangen vangen de spatkrachten van de boog op.
De houten kap bestaat uit een viertal hoofdspanten die zich boven de betonnen ribben bevinden.

In 1910 vond een uitbreiding naar achteren in de Johannnes Camphuysstraat plaats. Dit voormalige stalgebouw is een bouwlaag hoog en wordt gedekt door een pannen zadeldak met de nok evenwijdig aan de straat. De bakstenen voorgevel is in de trant van het sportgebouw gedecoreerd met siermetselwerk en decoratieve rode verblendstenen banden. De gevel is drie traveeen breed met houten vensters; de brede inrijdeur in de middelste travee is gemoderniseerd met behoud van de oorspronkelijke bovenlichten. Boven de ingang is de gevel doorgetrokken tot een trapgevel met natuurstenen ornamenten. In de top zijn hijsluiken aangebracht.

Waardering.
Voormalig sportgebouw van cultuurhistorisch en typologisch belang als zeldzaam vroeg voorbeeld van een specifiek voor sportdoeleinden ontworpen bouwwerk. Architectuurhistorisch is het van belang vanwege de vroege en wellicht eerste toepassing van gewapend beton volgens het systeem Monier in Nederland.
 

meer weten 
Onderdeel van een groot voormalig sportcomplex voor atletiek, wielrennen en paardesport. Het "Nederlandsch Sportpark", zoals de naam van dit complex luidde, werd al in 1905 opgeheven.
voor- en zijgevel gezien vanaf Theresiastraat
detail gevel en dak: de schoorsteen liep een beschadiging op door blikseminslag
Englebert verkeerstentoonstelling
begane grond console in de vorm van een slak