Voormalig koetshuis waarboven een personeelswoning, gebouwd eind 18de eeuw en behoort hebbend tot het herenhuis dat eertijds stond op de hoek met het Westeinde. Dit huis werd in 1827 samen met het later als Vleerstraat 4 genummerde koetshuis door het Rijk aan de stad Den Haag verkocht. Later was het geheel het eigendom van de Maatschappij voor Schone Kunsten die er een drukkerij, magazijn en winkel had gevestigd. In 1843 kwamen de panden in het bezit van koning Willem II.
Vleerstraat 4 telt twee bouwlagen onder een pannen schilddak met de nok evenwijdig aan de straat. Het pand omvat vijf vensterassen. Het linker gedeelte is aangetast door het inbreken van een brede moderne bedrijfsinrit. De vensters bezitten zware houten kozijnen en een kleine roedenverdeling. In de eerste en derde travee bevinden zich in plaats van vensters op de verdieping blindnissen. De vierde travee van links gerekend bevat een deur met bovenlicht en daarboven een hijsluik met
hijsbalk. De gevel wordt afgesloten door een houten hoofdgestel en vertoont op de rechter hoek klezoortjes.
Pand van algemeen belang voor de gemeente Den Haag wegens de architectuurhistorische waarde en de betekenis uit een oogpunt van de geschiedenis van bedrijf en techniek als voormalig stalgebouw.