Statig woonhuis uit omstreeks 1860, van harmonische architectuur en van oudheidkundige waarde, van algemeen belang als onderdeel van de 19e eeuwse stadsuitleg.

Onderdeel van een serie van drie eclectische herenhuizen (nrs. 66, 66A en 66B) uit ca. 1860 achter een symmetrisch gevelfront, waarvan het middelste pand (66A) als risaliet is uitgevoerd. Elk pand bestaat uit een souterrain, twee bouwlagen en kapverdieping en is vier vensterassen breed. De bakstenen lijstgevels bezitten een met hardsteen bekleed souterrain. Geprofileerde venster- en deuromlijstingen met kuifstukken en kroonlijsten met rijke eclectische consoles. De kap van nr. 66 is in recente tijd verhoogd en voorzien van nieuwe dakkapellen. De beide andere panden hebben dakkapellen en dakvensters in cartouche-vorm uit de bouwtijd.