Plafond-beschilderingen Ockenburgh blootgelegd
Ockenburgh heeft een lange geschiedenis. Rond 1650 liet geneesheer en dichter Jacob Westerbaen een landhuis bouwen. In de loop der eeuwen is het huis flink uitgebreid en verbouwd, zoals ook twee gevelstenen uit 1851 en 1899 laten zien. Enige maanden geleden is er gestart met de cascorestauratie van Ockenburgh. Deze vordert gestaag. In het oudste deel van het landhuis zijn de verlaagde plafonds verwijderd zodat nu de verdiepingsbalklaag van het 17de-eeuwse huis volledig in het zicht is gekomen. De balklaag is met behulp van fotogrammetrie in beeld gebracht zodat een mooi overzicht ontstaat. In het landhuis bevond zich in het midden een gang, met links de bibliotheek en rechts het salet (de salon). In deze laatste ruimte is de oorspronkelijke plafond-beschildering grotendeels nog aanwezig. Op de balken en in de vakken zijn kaders geschilderd. Op de moerbalken zijn toogjes en consoles te zien. Hier is met een zwarte rand aan een van de zijden een schaduw gesuggereerd die diepte geeft aan de schildering.
Als we het lofdicht dat Westerbaen schreef over zijn nieuwe buitenplaats moeten geloven was dit de rijkst uitgevoerde kamer van het 17de -eeuwse huis. Niet alleen de balklaag was voorzien van decoraties, maar ook de wanden waren met goudleer behangen als achtergrond voor de vele portretten die er hingen. Ongetwijfeld heeft de ruimte ook rijk uitgevoerde schouwbetimmering gehad. Bij een verbouwing in de 18de eeuw zijn deze interieuronderdelen vermoedelijk al verwijderd. De beschildering van het plafond bleef bewaard omdat deze boven een stucplafond verdween.