Buitenhof 4/5, Achterom 46, Passage 5 t/m 82, Hofweg 5/7, Spuistraat 26, Kettingstraat 31b-35
Passage
toon op de kaart- StatusRijksmonument
- ArchitectDuynstee, J. Wesstra, H. jr. Wijk, J.C. van
- Monument nr.46627
- BouwstijlArt Deco Neo-Renaissance
- WijkCentrum
- Bouwjaar1882-1885 1928-1929
WINKELPASSAGE, bestaande uit twee door beglaasde kappen overdekte winkelgalerijen die onder een stompe hoek samenkomen bij een door een dertiendelige beglaasde koepel overdekte rotonde; een poortgebouw met hoofdingang en twee zijvleugels op de hoek van Buitenhof en Kettingstraat; een veel eenvoudiger poortgebouw aan de Spuistraat, en twee overbouwde delen over het Achterom - alles gebouwd in 1882-'85 naar sterk vereenvoudigd ontwerp van J.C. van Wijk en H. Wesstra, in internationaal-eclectische trant; en een later tot uitvoering gekomen derde arm naar de Hofweg, in expressionistische trant naar ontwerp van Jos. Duynstee in 1928-'29.
Het hoofd-poortgebouw geeft vijf bouwlagen, waarvan de onderste twee - beganegrond en entresol - van een natuurstenen bekleding zijn voorzien met Dorische zuilen op sokkels, rustica-werk en Dorisch fries, en waarvan de twee middelste afwisselend in natuur- en baksteen zijn opgetrokken terwijl de vijfde de kapverdieping omvat; het eigenlijke poortgebouw wordt overdekt door een hoogopgaand omlopend leien schilddak, de twee zijvleugels door leien zadeldaken tegen trapgevels waarvan die aan de Kettingstraat alleen aan de straatzijde trappen bevat. Het eigenlijke poortgedeelte, ter breedte van drie vensterassen, wordt gesteund door twee Dorische zuilen op achtzijdige sokkels; de twee rustica-gedeelten te weerszijden zijn voorzien van blindnissen met segmentvormig fronton; de eerste en tweede verdieping bevatten rechtafgesloten French windows met gepleisterde profielomlijsting, en gekoppelde Ionische zuilen van de reuzen-orde die elk een hoofdgestel dragen waarbij op de friezen de bouwjaren zijn vermeld en die met elkaar zijn verbonden door een kroonlijst, gesteund door consoles waartussen stervormige mozaiektegels zijn aangebracht; de eerste verdieping bevat voorts een lage, natuurstenen balustrade waarop twee gietijzeren beelden zijn geplaatst - de landbouw en de nijverheid voorstellende - en voorts Composiet-pilasters die bij de zijden zijn afgekapt; de door een gebroken, segmentvormig fronton bekroonde topgevel met ingezwenkte gepleisterde zijstukken bezit eveneens sierhekjes en verder twee hermen - Neptunus en Mercurius voorstellende - en een door een fronton bekroond topstuk met het stadswapen, omlijst door twee Composiet pilasters en gedragen door een fries waarop in vergulde letters het opschrift Passage. De linkerzijvleugel aan het Buitenhof ter breedte van zeven vensterassen is in vrijwel dezelfde trant uitgevoerd als het eigenlijke poortgedeelte; de beide hoekpartijen worden elk geaccentueerd door een groot rondboogvenster op de beganegrond, waarin toegang naar het restaurant, en door een door consoles gesteund balcon tussen Ionische reuzenpilasters op de eerste en tweede verdieping, en door een grote dakkapel op de kapverdieping, die evenals de kleinere tussengelegen dakkapellen wordt omlijst door Composiet-pilasters met hoofdgestel en fronton. De rechterzijvleugel aan de Kettingstraat is in hoofdzaak gelijk aan de linkerzijvleugel, doch hier bezitten de bovenlichten van de entresol nog de oorspronkelijke hekwerkjes. Tevens bevindt zich hier ter hoogte van de middelste vensteras een portiek met stoep en dubbele ingang met van ovale ruiten voorziene deuren. Aan de galerijzijde is het poortgebouw voorzien van een door Ionische zuilen gedragen triomfboog die drie rondboogvensters tussen pilasters omvat. De overdekte winkelgalerij vanaf het poortgebouw tot de rotonde telt tweeentwintig vensterassen - waarbij sommige winkels meer dan een vensteras breed zijn - en vier bouwlagen, te weten een onderkelderde beganegrondverdieping, een entresol - beide als winkelruimte bestemd - en twee verdiepingen (oorspronkelijk als woonverdiepingen bestemd). De beganegrondverdieping is voorzien van een marmeren sokkel, waarin bij diverse winkels (nrs 5, 7, 17, 27; 8, 10, 14, 22, 26, 28, 36) nog het keldervenster met sierhek aanwezig is, en die in hoogte varieert ten einde het bestaande hoogteverschil van 1,65 m te masqueren. Daartoe zijn voorts doorlopende lijsten aangebracht tussen de entresol en de eerste verdieping, voorzien van voluten, triglyphen en tandlijst, alsook langs de voet van de kap. Per travee zijn voorts nog aanwezig de reuzenpilasters die deze lijsten ondersteunen en die elk van een rozet zijn voorzien; bij de meeste traveeën zijn ook nog getoogde vensters op de entresol met sierhek aanwezig; het rondboogvenster op de eerste verdieping bevat een sierhek tussen twee sokkels, terwijl het hoofdgestel is gereduceerd tot een uitstekende vensterbank; het rechtafgesloten venster op de tweede verdieping bevat eveneens een sierhek. Bij nr 19 is nog een tondo met voluten aanwezig boven de voormalige ingang naar het grot-cafe, terwijl bij het tegenovergelegen nr 20 eenzelfde tondo met venster boven de voormalige ingang naar het trappenhuis te zien is. Bij nr 131 is nog een fries met eierlijst aanwezig boven de voormalige hotel-entree. De overdekte winkelgalerij tussen Spuistraat en rotonde telt achttien vensterassen en is in vrijwel dezelfde trant als bovenbeschreven winkelgalerij uitgevoerd; hier zijn keldervensters met sierhek aanwezig bij de nrs 41, 45, 46, 47, 49 en 51. De overbouwing van het Achterom - tussen de nrs 50 en 52, en tussen de nrs 51 en 53 - wordt aan de oostzijde gesteund door vier Dorische pilasters aan elke zijde, die in de meest oostelijke travee een ingang bevat, welke evenals de vensters in de andere traveeën rondboogvormig is afgesloten; aan de westzijde is de overbouwing slechts een travee diep, eveneens gesteund door Dorische pilasters. De gevels aan het Achterom zijn opgetrokken in baksteen, thans witgeverfd, en voorzien van lisenen; de vensters op de eerste verdieping bezitten boogvelden, terwijl de vensters op de tweede verdieping door een fronton worden bekroond. Het poortgebouw aan de Spuistraat bevat aan de galerijzijde een triomfboog, door kapiteelloze zuilen gedragen en een door voluten gesteund balcon met mascaron; de rondboogvensters op de eerste verdieping en de rechtafgesloten vensters op de tweede bezitten nog sierhekjes. De gevel aan de Spuistraat is opgetrokken in afwisselend natuur- en baksteen en bevat links drie rechtafgesloten vensters met balustrade en omlijst door Dorische pilasters op de eerste verdieping en mezzanino-vensters met sierhekjes op de tweede verdieping; rechts een risaliet met balustrade en uitstekend balcon en Composietpilasters; het geheel wordt afgesloten door een forse kroonlijst met tandlijst, en afgedekt door een mansardekap met zinken losanges. De doorgang zelf is gepleisterd en voorzien van sierlijstranden. De rotonde is in vergelijkbare trant als beide beschreven armen uitgevoerd, de beganegrond en entresol zijn hierbij voorzien van gepleisterd rusticawerk met gebosseerde lisenen waarop de reuzenzuilen rusten die de koepel dragen, en met voluten terzijde, ter ondersteuning van de lagere zuilen die de bogen van de drie doorgangen dragen. De dertienledige koepel van veertien meter doorsnee is in twee lagen opgebouwd, waarvan de onderste - buiten uitkragende, kegelvormige - ring per vak in vier bij drie ruitjes is onderverdeeld en de bovenste, bolvormige ring telkens vier ruitjes per vak bevat; de oorspronkelijke koepel, is in 1929 in verband met de aanleg van de derde arm al gewijzigd, is in 1980 opnieuw aangepast (in afwijkende vorm).
Het in 1928-'29 gebouwde gedeelte tussen Hofweg en rotonde bevat een blokvormig poortgebouw ter breedte van acht vensterassen met een smalle, platafgedekte traptoren te linkerzijde daarbovenuitstekend. Het geheel bezit een zwartmarmeren sokkel, een entresol met groengekleurde natuurstenen bekleding en een vier bouwlagen tellende bovenbouw met geelgekleurde natuurstenen bekleding. Links van de doorgang een ingang van het Passagetheater, rechts een etalage die op de hoek wordt geaccentueerd door een reclamezuil, met voet en top in Amsterdamse Schoolstijl. Nr 7 bevat een portiek met houten deur uit de bouwtijd en met inscriptie betreffende architect en aannemer op de rechtersokkel; de poortingang zelf wordt gemarkeerd door twee gebeeldhouwde figuren - wellicht het verkeer en de techniek voorstellende - in de doorgang, die aan elke zijde twee etalages bevat, aan de oostzijde een inscriptie met namen en bouwjaar van de stichters van deze derde arm. De bovenbouw aan de Hofweg is voorzien van stalen vensters met verticale onderverdeling, gescheiden door naar voren uitstekende, bewerkte muurdammen met aan de Amsterdamse Schoolstijl verwante bekroning; de traptoren bevat een langgerekte vensterstrook, waaruit de oorspronkelijke glas-in-loodvensters met geometrisch patroon inmiddels verwijderd zijn, omlijst door vergelijkbaar uitgevoerde muurdammen; de top wordt geaccentueerd door een cubische, aan het werk van W.M. Dudok verwante vormgeving. De overdekte winkelgalerij bevat onderkelderde winkels met zwart-marmeren sokkels met decoraties in Amsterdamse School-trant, en een uit drie geledingen bestaande gepleisterde bovenbouw ter breedte van vensterassen aan elke zijde; de smalle, rechthoekige vensters worden telkens door uitgebouwde muurdammen gescheiden. Nr 61 bevat een portiek met drie houten deuren uit de bouwtijd; nr 63 bezit nog glas-in-loodvensters met geometrisch motief terwijl nr 65 de ingang naar het Passagetheater bevat, voorzien van een lambrizering van messing, houten deuren met siersmeedwerk uit de bouwtijd en glas-in-loodvensters met geometrisch motief die eveneens in de erkers daarboven - gegroepeerd per vier, drie en twee - zijn aangebracht en waarvan de onderste wafelvormig zijn. De zijgevel van nr 42 bevat evenals nr 72-74 nog glas-in-loodbovenlichten met geometrisch patroon. De vloeren van de drie armen zijn voorzien van graniet met zwarte en rode banden en met een meanderachtig of lelievormig motief op de hoeken; de vloer van de rotonde bevat een kompas-motief met lelievormen en ruiten. De beglaasde kappen beschrijven een cirkelsegment waarop in het midden overlangs een lantaarn is aangebracht en die op de hoeken een diagonale versnijding bezitten; de draagconstructie bestaat uit loodrechte vlakijzers en staven waarmee de dwarse profielijzers waarin de glasplaten zijn gelegd, zijn verbonden.
Winkelpassage met poortgebouwen, winkels, openbare en particuliere ruimten en glaskappen en koepel in kenmerkend internationaal-eclectische trant - waarvoor het overvloedig gebruik van classicistische decoratiemotieven als zuilen, friezen, bogen, frontons, alsmede van natuursteen typerend is - en met uitbreiding in expressionistische trant - waarvoor de nadruk op cubische en ronde bouwvolumes kenmerkend is, evenals de grote aandacht voor de detaillering - van algemeen belang als enig in Nederland overgebleven exemplaar van een typisch 19e eeuws gebouwentype, van internationale allure, en vanwege de opmerkelijke architectuur, alsook uit oogpunt van de ontwikkeling van Den Haag als grootsteeds, nationaal centrum.