Omvang bescherming: geheel.

Winkel-woonhuis in overgangsarchitectuur met oriëntaalse kenmerken naar ontwerp van L.A.H. de Wolf, in huidige vorm daterend uit 1912.

Het pand van vier bouwlagen met een kapverdieping werd gebouwd in opdracht van Marton Kulcsàr, een importeur van Perzische tapijten. Hij opende de eerste speciaalzaak op dit gebied in Nederland in de Haagse Herenstraat. Omdat de zaken goed liepen, verhuisde Kulcsàr zijn zaak in 1908 naar een groter winkelpand op Noordeinde 11. Dit pand werd in 1911-1912 grondig verbouwd, zodat het eindresultaat een winkelhuis in overgangsarchitectuur met oriëntaalse kenmerken werd. Van de oudere bebouwing bleef alleen een klein keldertje onder de bestrating voor het pand behouden. Kulcsàr was bij de opening “het grootste magazijn in Nederland van antieke Oostersche tapijten” en er volgden filialen in Amsterdam en Rotterdam. In 1941 sloot de winkel aan het Noordeinde en werd het openbaar verkocht.

In de kelder van het pand zijn drie glas-in-loodvensters bewaard gebleven die afkomstig zijn van de grote etalagevensters op de begane grond.

L.A.H. de Wolf was een bekende Haagse architect die vele winkelpanden en woonhuizen op zijn naam heeft staan. Hij ontwierp vooral in de sierlijke en mondaine stijl van de Art Nouveau.

Van algemeen belang voor de gemeente Den Haag omwille van de cultuurhistorische waarde als voormalige Kulcsàr-warenhuis voor Perzische tapijten. Van architectuurhistorische waarde vanwege de bouwstijl in overgangsarchitectuur met oriëntaalse kenmerken, uniek voor deze tijd in Den Haag. Van bouwhistorische waarde vanwege het bewaard gebleven oudere keldertje.