Grote Marktstraat 55

De Bijenkorf

toon op de kaart
  • Status
    Rijksmonument
  • Architect
    Kramer, P.L.
  • Monument nr.
    459713
  • Bouwstijl
    Amsterdamse School
  • Wijk
    Centrum
  • Bouwjaar
    1924-1926
Registerblad 

Inleiding.
Warenhuis "De Bijenkorf" op de hoek van de Wagenstraat en Grote Marktstraat gebouwd in 1924-1926 naar ontwerp van de architect P.L. Kramer in de stijl van de Amsterdamse School. Het ontwerp is tot stand gekomen als gevolg van een prijsvraag die werd uitgeschreven nadat in 1924 de Grote Marktstraat na een doorbraak was aangelegd. Uitgenodigd waren behalve Kramer de architecten J. Luthmann en J.F. Staal. De jury, waarin de bouwmeesters Berlage en Gratama zitting hadden, bekroonde de inzending van Staal, maar de warenhuisdirectie gaf de voorkeur aan het ontwerp van Kramer.

Omschrijving.
Warenhuis op rechthoekige plattegrond met op de hoek van de Wagenstraat een afgeronde hoekpartij bestaande uit vijf bouwlagen met plat dak; aan de Grote Marktstraat zes en aan de Wagenstraat twee brede traveeën. Het bezit een betonnen skeletconstructie en de gevels zijn met baksteen bekleed. De parterre, opgelost in grote etalages met de hoofdingang in het midden van de lange gevel en zij-ingangen aan het eind van deze gevel en in de zijgevel aan de Wagenstraat, bezit een doorlopende luifel. Daarboven zijn de bakstenen gevels in golvende vlakken uitgevoerd, die worden doorbroken door bolvormige verticale vensterstroken met glas-in-lood. Op de bovenste verdieping worden de muurdammen tussen de vensterpartijen bekroond door gekoppelde, rond uitgebouwde decoratieve elementen die, evenals de teruggerooide dakverdieping, in natuursteen zijn uitgevoerd. Tegen deze decoratieve bekroningen en tegen de onderstukken van de muurdammen is versierende sculptuur aangebracht. Bovenaan bezitten de muurdammen uitstekende reclameborden met het beeldmerk van het warenhuis: een gestileerde bijenkorf. De uiteinden van de gevels worden gemarkeerd door hoge, decoratief behandelde natuurstenen sluitmuren die naar voren springen. De sculptuur aan de gevels is gemaakt door de beeldhouwers Hildo Krop, Johan Polet, L. Beyerman, J. en T. Raedecker, A. Kremer en H.A. van den Eynde. Het oorspronkelijke interieur is als gevolg van een verbouwing in 1962 sterk gewijzigd, waarbij de hoge, zeshoekige vide met galerijen en lichtkap verdween. Behouden bleef het hoofdtrappehuis, uitgevoerd in Padouckhout en versierd met houtsnijwerk van de beeldhouwer H.A. van den Eynde. Ook het gebrandschilderd glas in de vensters van dit trappenhuis, vervaardigd door de glazeniers J. Gidding, P. Hofman en J. Linse, is nog aanwezig.

Waardering.
Warenhuis van architectuurhistorische waarde vanwege zijn betekenis als belangrijk werk van de Amsterdamse School en van cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een modern warenhuis uit de jaren twintig van de twintigste eeuw. De sculptuur aan de gevels en het houtsnijwerk en glas-in-lood van het trappenhuis, waaraan de beste kunstenaars uit die periode meewerkten, geven een goed beeld van het toenmalige artistieke peil van de toegepaste kunsten. Een toegevoegde waarde vormt de markante situering op de hoek van Grote Marktstraat en Wagenstraat.

 

meer weten 
Net als de meeste andere warenhuizen startte ook de Bijenkorf heel bescheiden. In 1870 begon Simon Philip Goudsmit een eenvoudig fourniturenbedrijfje in Amsterdam onder de handelsnaam Magazijn De Bijenkorf. Na zijn overlijden zette zijn vrouw samen met haar neef Arthur Isaac het bedrijf voort en onder zijn leiding begon de grote expansie. Voor de bouw van een groot ‘warenhuis annex modemagazijn’ schreef de directie van de Bijenkorf een prijsvraag uit. Winnaar werd het ontwerp van architect Piet Kramer in de stijl van de Amsterdamse School. Zo verrees in de jaren 1924-1926 een imposant gebouw met in bronzen puien gevatte etalages, golvende bakstenen muren en hoge glas-in-lood ramen aan de Grote Marktstraat en de Wagenstraat. De hoek vertoont een elegante afronding met glas-in-lood ramen. Wunzelburger zandsteen, dat ook voor Duitse kathedralen wordt gebruikt, markeert de uiteinden van het gebouw en is ook aan de bovenzijde toegepast. De begane grond wordt door een doorlopende luifel gescheiden van de bovenverdiepingen. Onder die luifel blijven de voorbijgangers droog als zij bij regen naar al het moois in de etalages willen kijken. De ingangen zijn naar verhouding vrij bescheiden. Architect H.Th. Wijdeveld merkte in het herinneringsboek ter gelegenheid van de opening op dat de wandelaar, al drentelend langs de oneindige reeks van etalages plotseling ontdekt dat hij binnen is, ‘want dit gebouw heeft geen geaccentueerde ingangen, maar zuigt het publiek ergens onverwachts den gevel in’. Beeldhouwwerken van de beste beeldhouwers in Nederland onder wie John Rädecker, Hildo Krop, Johan Polet en H.A. van den Eijnde sieren de gevels en binnen werden kosten noch moeite gespaard om een sfeer van rijkdom en beschaving te creëren. In het herinneringsboek noemde P.H. Ritter de Bijenkorf dan ook ‘het Paleis der Levensvreugde’ en het ‘Kasteel der Genietingen’. Op de begane grond en vier verdiepingen waren 72 verkoopafdelingen met een oppervlakte van 3.000 m2 gegroepeerd waar zich een lichtkoepel overheen welfde. Bijzonder vormgegeven balustrades met rechtopstaande stijlen die op tanden leken omzoomden de verkoopverdiepingen in de vide (lichthal). Voor het gemak van de klanten waren er naast de verkoopafdelingen ook een reisbureau, een post- en telegraafkantoor, een lunchroom en een tearoom. De vijfde verdieping bevatte magazijnen, kantoren en een recreatiezaal voor het personeel en het souterrain had eveneens magazijnen en de installaties voor de centrale verwarming en elektriciteit. Het winkelmeubilair, bestaande uit donker gepolijste toonbanken, waarachter de verkopers stonden, de vitrinekasten, de betimmering, wandklokken, lampen en verlichtingsornamenten van smeedijzer en koper waren alle door Piet Kramer zelf ontworpen. Het meubilair en ook de betimmeringen leverden de firma’s Mutters, Nussink en Zoon en Schöndorff. Het aantal verschillende houtsoorten was verbazingwekkend. Op de begane grond waren de wanden en pijlers met donkerrood eikenhout bekleed. Op de eerste verdieping, waar ook een door de vrouw van Kramer ontworpen vast tapijt lag, dat een ton had gekost, was de betimmering van gepolitoerd Cuba mahoniehout, en de overige verdiepingen hadden donkerkleurig eikenhout. Het hoofdtrappenhuis en de lunchroom waren betimmerd met padouckhout, de dameshoedensalon met ahornhout, de damesmodesalon met gepolitoerd Italiaans noten, de kunstzaal met mahoniehout en de tea-room met ebbenhout. Het meubilair was in hoofdzaak van mahoniehout, met ebbenhout voor de randen en uitstekende gedeelten. De zalen in de afgeronde hoeken waren gereserveerd voor de meest luxueuze afdelingen. Op de eerste verdieping de mode, op de tweede de kunstsalon en op de derde de oosterse tapijtzaal ‘met al haar als vruchten in een woud willekeurig uitgehangen lampen’. Het glas-in-lood raam bij de tapijten, dat door glasatelier W. Bogtmann was ontworpen, was zoveel mogelijk zwart en wit gehouden, met slechts een spaarzame toevoeging van kleur, om de kleuren van de tapijten goed te kunnen beoordelen. En de Bijenkorf had een primeur: een ‘escalier roulant’, de eerste roltrap in Nederland, al ging hij alleen maar opwaarts en niet verder dan de tweede verdieping. Wie dat niet durfde gebruikte de lift of het trappenhuis. Het hoofdtrappenhuis was een schitterend staaltje van interieurkunst met houtsnijwerk van H.A. van den Eijnde en verlicht door kleurige glas-in-lood taferelen op ieder bordes die ontworpen zijn door Johan Linse, Gerard van der Stok, Piet Hofman, Jaap Gidding en Leo Visser. Een grote attractie was ook het dakterras of de daktuin met haar parasols en rieten meubelen, waar men in de zomer, genietend van een kopje thee, het uitzicht kon bewonderen. ‘Het is en blijft het mooiste zitje met het meest verrassende uitzicht van geheel Den Haag’, volgens een advertentie in het tijdschrift ‘Mondain Den Haag’ uit 1928. De Haagse Bijenkorf was de grootste van alle warenhuizen in Nederland, die ook zijn Amsterdamse naamgenoot overtrof. Met zijn luxueuze uitstraling richtte het warenhuis zich expliciet op de hogere inkomensklassen. Geen wonder dat sommige mensen zich geïmponeerd voelden en met schroom naar binnen gingen. Daar wachtte eerst de portier in zijn deftige uniform bij één van de ingangen. Beroemd was de Bijenkorf om haar etalages. Vanaf 1931 adviseerde Martin Lederman, een Duitse reclameman, het warenhuis gedurende een periode van bijna veertig jaar. Hij streefde naar spectaculaire etalages uitgaande van een centraal thema. Een etalage moest een ‘event’ zijn. Toen de bekende ontwerper en binnenhuisarchitect Benno Premsela in 1956 hoofd werd van de etalagedienst en een jaar later Anni Apol, maakster van moderne wandkleden, als stiliste aantrad, brak een periode aan waarin de Bijenkorf toonaangevend werd op het gebied van reclames. Premsela en Apol werden gesteund door een directie die het vragen van kunstenaars voor de inrichting van de etalages stimuleerde. De etalages van de Bijenkorf werden een begrip in Nederland. Vooral rond Sinterklaas dromden groot en klein voor de ramen om zich te vergapen aan de prachtige inrichting en de vele verlokkende cadeau’s. Met de ingrijpende verbouwing van het interieur in 1962 verdween heel veel van de oude pracht en praal. De glazen koepel en de bijzondere balustrades werden afgebroken en het interieur werd functioneel en sober. Er kwamen meer en bredere roltrappen en de verkoopruimtes werden uitgebreid ten koste van de vide. In 1994 kwam iets van de oorspronkelijke sfeer weer terug toen er opnieuw een vide werd aangebracht die echter kleiner is dan de oude en geen lichtkoepel heeft. Alleen het trappenhuis met zijn beeldhouwwerk en glas-in-lood ramen herinnert nu nog aan de oude grandeur.
De Bijenkorf
geveldetail
Bron: Moderne Bouwkunst in Nederland
Dienstingang
geveldetail kunstenaar Johan Rädecker
geveldetail
geveldetail kunstenaar  Hildo Krop
geveldetail kunstenaar  Hildo Krop
geveldetail
geveldetail kunstenaar Hildo Krop. Man met honingraat boven zijn hoofd.
geveldetail kunstenaar
geveldetail
geveldetail kunstenaar A. Remiëns
geveldetail
geveldetail kunstenaar Johan Polet
geveldetail
geveldetail
geveldetail kunstenaar John Rädecker. Vrouw tussen de wolkenkrabbers symboliseert de mens in de moderne metropool.
geveldetail kunstenaar