Vlamingstraat 45

toon op de kaart
  • Status
    Gemeentelijk Monument
  • Wijk
    Centrum
  • Bouwjaar
    1800-1850
Registerblad 

Van oorsprong zeventiende eeuws pand op rechthoekige plattegrond, bestaande uit drie bouwlagen onder een kapverdieping. De twee traveeën brede in schoon metselwerk uitgevoerde lijstgevel is negentiende eeuws met een teakhouten winkelpui uit 1899.

De Vlamingstraat is als sinds de late middeleeuwen een straat waar bedrijvigheid en handel waren geconcentreerd. Rond 1850 doet het winkelconcept zoals wij dat nu kennen haar intrede en worden veel woonhuis- en bedrijfspuien in de bestaande bebouwing vervangen door winkelpuien. De voortschrijdende cityvorming van de binnenstad en daarmee het alsmaar belangrijker worden van de winkelfunctie voor de Vlamingstraat zorgt ervoor dat vanaf 1875 een groot aantal van de oude panden wordt vervangen. De nieuwe winkel-woonpanden panden zijn vaak breder en laten de rijke schakering zien van de snel opvolgende architectuurstijlen vanaf 1875 tot aan het Interbellum. Het pand Vlamingstraat 45 is een goede representant van de nog bewaard gebleven oudere bebouwing van voor 1875.
Het voorhuis van Vlamingstraat 45 telt vier balkvakken over de onderste twee bouwlagen. Gelet op de aanwezigheid van moerbalken en kinderbinten dateert het voorhuis tenminste uit de eerste helft van de 17de eeuw. Op de stadsplattegrond van Bos en Van Harn uit 1616 staat ter plaatse een doorlopende huizenreeks getekend van een bouwlaag met kapverdieping. Ook Vlamingstraat 45 zal rond die periode een eenlaags pand met trapgevel en kapverdieping zijn geweest. Gelet op het feit dat de moerbalken boven de eerste verdieping van grenenhout zijn in plaats van eiken, zou dit kunnen wijzen op een verhoging van het pand met een verdieping in het tweede kwart van de 17de eeuw . De stadsplattegrond van Blaeu uit 1649 geeft ter plaatse namelijk een hoger pand aan, met een zadeldak loodrecht op de richting van de straat.
Bij een verbouwing van het pand in de 18de eeuw is een nieuwe kortere kap geplaatst over de voorste drie balkvakken. De onderste twee bouwlagen behielden de vier balkvakken, maar de tweede verdieping werd waarschijnlijk ingekort: de achtergevel van die verdieping staat op een gehandhaafde moerbalk. De achtergevel van het voorhuis bestaat daardoor nu uit twee delen, samenhangend met de inkorting van het voorhuis. De eerste verdieping bezit een gekalkte achtergevel met twee zesruitsschuifvensters (circa 1900). De terugspringende tweede verdieping bezit een bakstenen gevel waarin klezoortjes (kwart baksteen) zijn toegepast, hetgeen wijst op een totstandkoming in de 18de eeuw. Ook hier zijn twee zesruits-schuifvensters in de gevel opgenomen. De gevel wordt aan de bovenzijde afgesloten met een rechte gootlijst.
De voorgevel is een drielaags in schoon metselwerk opgetrokken lijstgevel die gelet op het metselwerk uit de eerste helft van de 19de eeuw dateert. De gevel wordt aan de bovenzijde afgesloten met een sober geprofileerd hoofdgestel. De begane grond bezit een teakhouten gesneden winkelpui in neo-renaissancestijl, daterend uit 1899. In de penanten zijn een gesneden vrouwenkopje (links) en een mannenkopje (rechts) opgenomen te zien. De eerste verdieping bezit T-schuifvensters en de tweede verdieping vierruits-schuifvensters.
Het schilddak wordt gedragen door twee grenenhouten achttiende eeuwse spanten. Ieder spant bestaat uit een schaargebint waarop twee in de nok kruisende stijlen zijn geplaatst met een in de kruising recht opgelegde nokgording. De verbindingen in het schaargebint zijn met toognagels gezekerde pen-gatverbindingen.

Het pand is van bouw- en architectuurhistorische waarde vanwege de in oorsprong zeventiende eeuwse opzet en het goed afleesbare transformatieproces dat volgde. Cultuurhistorische waarde heeft het pand omdat het een goede representant is van de nog bewaard gebleven oudere bebouwing van voor 1875. Deze oudere bebouwing geeft de Vlamingstraat in belangrijke mate haar historische identiteit.

NB. Het gehele perceel beslaat een drielaags voorhuis, waarachter een tweelaags uitbouw met plat dak, gevolgd door een eenlaags overdekte plaats en tenslotte een tegen de achtererfgrens staand tweelaags achterhuis met lessenaarsdak. De bescherming betreft hier een zogenaamde "vanwege bescherming" waarbij de te beschermen monumentale waarde is beperkt tot het in oorsprong zeventiende eeuwse drielaagse voorhuis.

achtergevel