Rijswijkseweg 340/342, Noordpolderkade 3, Laakkade 80, Asstraat 2
HTO-gebouw
toon op de kaart- StatusRijksmonument
- ArchitectBazel, K.P.C. de
- Monument nr.477286
- WijkLaakkwartier en Spoorwijk
- Bouwjaar1922-1925
Inleiding
Vrijstaand gebouw uit 1923-1925, gebouwd naar rationalistisch ontwerp van architect K.P.C. de Bazel, als "Haagsch Tehuis voor Ongehuwden" (HTO) in het kader van de Woningwet in opdracht van het Departement 's-Gravenhage van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. De Bazel is tijdens de bouw in 1923 overleden waarna de voltooiing is geschied onder leiding van de architecten A. Broese van Groenou en S. de Clerq.
Oorspronkelijk bezat het gebouw 450 vertrekken en was het uitgerust met collectieve voorzieningen waaronder een restaurant en een badinrichting. In 1982 is het gerenoveerd en verbouwd tot 100 appartementen en 78 kamers.
Bij deze renovatie kwam aan de open binnenhof aan de zijde van de Noordpolderkade een betonnen balkonopbouw met doorgaande ijzeren pijlers over vier bouwlagen. Tevens werd opzij van de middenvleugel een liftuitbouw aangebracht. In 1991 volgde een tweede, minder ingrijpende opknapbeurt. Hierbij werden een nieuwe entree en trappenhuis gemaakt aan de kant van de Asstraat, waarbij de oorspronkelijke inpandige balkons, op de bovenste na, zijn verwijderd en dichtgezet met een aluminium raampartij. Aan de binnenhof aan deze zijde kwam eveneens een betonnen balkonopbouw met doorgaande ijzeren pijlers.
Omschrijving
Complex gebouw, bestaande uit een vijftal met elkaar verbonden vleugels onder lage pannen schilddaken. De binnenste centrale vleugels zijn vijf bouwlagen hoog en beslaan een kruisvormige plattegrond. Zij manifesteren zich bovendien als risalieten in de buitengevels. De buitenste vleugels tellen vier bouwlagen. Kenmerkend zijn de massale, blokvormige vleugels, het gebruik van baksteenlagen in afwisselend lichte en donkere tinten, de spaarzame toepassing van gebeeldhouwd ornament en het eveneens terughoudend gebruik van natuursteen (Muschelkalksteen) voor plint, dekplaten van balustrades, onderdorpels, horizontale sierbanden en ingangspartijen. Typerend zijn tevens de bak- steenpatronen in donkere toon in het fries onder de daklijst en de vertikaal uitgemetselde muurdammen. Op verscheidene plaatsen hebben de vleugels veelhoekige beƫindigingen, waarbij ook inpandige balkons zijn toegepast.
De schuifvensters zijn voor het merendeel in roeden onderverdeeld.
De hoofdingang bevindt zich in de risaliet aan de Laakkade. De driedelige ingangsportiek bezit van kapiteelbanden voorziene pijlers van Muschelkalksteen. In de middenas zijn, evenals aan de zijde van de Noordpolderkade, inpandige balkons aangebracht.
Aan de zijde van de Rijswijkseweg heeft het gebouw een symmetrisch front met haakse zijvleugels en een aan het voorplein hiertussen liggende middenvleugel met polygonale sluiting. Aan dit voorplein is de oorspronkelijke ingang van het restaurant gelegen. Ter hoogte van de terugspringende tweede bouwlaag zijn langs de zijvleugels brede bordessen aangebracht. Het voorplein wordt van de straat gescheiden door een balustrade, bestaande uit baksteen en Muschelkalksteen.
Waardering
Voormalig tehuis voor ongehuwden, van architectuurhistorisch, cultuurhistorisch en typologisch belang als voorbeeld van een omvangrijk huisvestingsprojekt voor alleenstaande mannen, van een der belangrijkste architecten uit het eerste kwart van de 20e eeuw. Een toegevoegde waarde vormt de beeldbepalende situering aan een der uitvalswegen van de stad op de hoek van de Rijswijkseweg en de Laakkade.