Jozef Israëlslaan 56

toon op de kaart
  • Status
    Rijksmonument
  • Architect
    Limburg, J.
  • Monument nr.
    528519
  • Bouwstijl
    Zakelijk Expressionisme
  • Wijk
    Benoordenhout
  • Bouwjaar
    1924
Registerblad 

Inleiding
Markant op de hoek van de Jozef Israëlslaan en het Jozef Israëlsplein gesitueerd pand, oorspronkelijk gebouwd als kantoor annex woonhuis in opdracht van advocaat en procureur en kunstverzamelaar E.G.S. Bourlier in 1924. De bekende Haagse architect ir. J. Limburg tekende voor het ontwerp in sobere Haags expressionistische stijl. De vormentaal van het woonhuis is vergelijkbaar met het Nieuw Stedelijk Gymnasium (nu Maerlant College) dat Limburg in dezelfde wijk en in dezelfde tijd bouwde.

Zeer bijzonder in het pand zijn de gebrandschilderde glas-in-lood ramen ontworpen door kunstenaar Chris J.J. Lebeau (1878-1945). Lebeau, die bekend stond als anarchistisch kunstenaar en zeer veelzijdig werk leverde (vele kunstvormen en technieken zoals batikken, damast, grafische ontwerpen, tekeningen, schilderijen, theaterdecors, glaswerk, glas-in-lood, etc), was verantwoordelijk voor de ramen in de vestibule, gang en de trappenhuizen. Deze elementen zijn allemaal in oorspronkelijke toestand bewaard gebleven.

Op de ontwerptekeningen van architect Limburg staan de lange smalle vensters in de trappenhuizen en vestibule nog niet ingetekend. Voorzichtig kan gesteld worden dat Lebeau verantwoordelijk was voor zowel de invulling van de ramen als de vormgeving en positionering in de gevel.

Omschrijving
Het WOONHUIS ANNEX KANTOOR op haakvormige grondslag met afgeronde hoek bestaat uit drie bouwlagen onder een plat dak. De gevels zijn opgetrokken in metselwerk in Vlaams verband met een hoge plint van donkerrode baksteen en voor het overige een lichte rode baksteen. Het hoofdtrappenhuis steekt als torenvolume (bastion) boven de hoofdmassa uit. De tuin wordt aan de zijde van de Jozef Israëlslaan begrensd door een bakstenen tuinmuur met poort.
De doorgaande, ombuigende gevelwand aan de voorzijde (Jozef Israëlslaan en Jozef Israëlsplein) wordt geleed door vierkante en rechthoekige raamopeningen op de begane grond en eerste verdieping en kleinere rechthoekige raamopeningen op de tweede verdieping waarin de oorspronkelijke stalen ramen met roedeverdeling en enkel glas - voorzien van het originele hang- en sluitwerk. De draaiende delen van de ramen zijn taatsramen. Onder de raamopeningen een kort uitgemetselde onderdorpel. De afgeronde hoek heeft op de begane grond siermetselwerk rondom een smal venster.

De hoofdentree bevindt zich links in de gevel aan de Jozef Israëlslaan in het torenvormige bouwvolume waarbij de verticaliteit benadrukt wordt door de smalle verspringende gevelvlakken en de langwerpige vensters. Boven de toegangsdeur, die in een nis is geplaatst, bevindt zich een kort uitstekende luifel. Tussen de hoofdentree en het achterom in de tuinmuur is een tweede entree tot het huis daterend uit 1986.

De achtergevel karakteriseert zich door het hoge, afgeronde bouwvolume van het trappenhuis, dat vrijwel geheel gesloten is op de smalle vensters met glas-in-lood na.

De gevel aan de tuinzijde is gewijzigd: vernieuwde vensters en gedeeltelijk voorzien van een glazen pui over de gehele hoogte (1986).

Het glas-in-lood door Chris Lebeau kenmerkt zich door het felle kleurgebruik, de Oriëntaalse weergave van de gezichten en de symboliek. De iconografie van de afbeeldingen ('trappen des levens') is onlosmakelijk verbonden aan de functionele stijgpunten in het gebouw:

- links van de hoofdentree bevinden zich drie smalle vensters voor de vestibule met afbeeldingen van mannenkoppen;

- in het hoofdtrappenhuis bevinden zich in trapsgewijze opstelling drie langwerpige vensters waarop afgebeeld de 'trap des levens' met mensfiguren van jong (beneden) tot oud (boven) die een lange trap beklimmen (en de vergankelijkheid en ijdelheid des levens vertegenwoordigen);

- gang (mensfiguren en engelen);

- in het kleine trappenhuis is de trap des levens uitgebeeld in negen lange, zeer smalle vensters waarop acht verschillende menstypen staan afgebeeld met bovenaan de negende, de dood. De figuren zijn gekleed in lange gewaden en dragen een kaars of een fakkel waarvan het licht is voorgesteld als een ontluikende bloemknop.

Het interieur van het pand is gewijzigd (1986) met uitzondering van de vestibule (met tegelwerk van de vloer) en hoofdtrappenhuis, en met behoud van de hoofdopzet.

In het ontwerp van Limburg is de gehele ommuring van de tuin meegenomen met halfrond uitgemetselde fontein, een schuurtje gecombineerd met een pergola (liggers niet oorspronkelijk wel de console tegen de gevel) en een fietsenstalling met getoogde openingen (dichtgezet 1986).

Waardering
Het WOONHUIS ANNEX KANTOOR met ommuring is van cultuur- en architectuurhistorisch belang:
- vanwege de karakteristieke vormgeving en het materiaalgebruik;
- vanwege de uitzonderlijke kwaliteit en in situ gaaf bewaarde gebrandschilderde glas-in-lood ramen van kunstenaar C. Lebeau;
- voor het oeuvre van architect J. Limburg, waarin hij zich, na zijn aanvankelijke op het classicisme geënte ontwerpen, laat beïnvloeden door de expressionistische stroming (Berlage) in de architectuur;
- vanwege de markante situering.
Hoofdvorm, detaillering, toegepast materiaal en het trappenhuis zijn gaaf bewaard.