Scheveningseweg 52
Villa Anna
toon op de kaart- StatusRijksmonument
- ArchitectLimburg, J.
- Monument nr.461433
- BouwstijlOvergangsarchitectuur
- WijkGeuzen en Statenkwartier
- Bouwjaar1899
Inleiding.
Vrijstaande villa uit 1899, gebouwd in overgangsarchitectuur door architect J. Limburg en genaamd Villa Anna. NB. De uitbreiding uit 1977 en de loopbrug naar Scheveningseweg 50 zijn van bescherming uitgezonderd.
Omschrijving.
Pand op rechthoekige plattegrond bestaande uit begane grond en verdieping onder een samengestelde kap, twee assen breed. De villa is opgebouwd uit in hoogte varierende bouwvolumen, afgesloten door overstekende kappen. De gevels zijn van baksteen met vele in natuursteen uitgevoerde onderdelen. De goten rusten op dunne gebogen ijzeren consoles. De rechteras is licht risalerend uitgebouwd en wordt afgesloten door een lage loggia met een natuurstenen arcade, waarboven een overstekende kap. In het oog springend is het monumentale bordes met stenen troggewelf, omgeven door natuurstenen rondbogen. Twee trappen leiden aan weerszijden naar het bordes. Hierboven bevindt zich een breed balkon, afgesloten door een natuurstenen hek. Op de hoeken en in het midden zijn waterspuwers geplaatst, alsmede een op de hoek van de loggia. Links van het bordes bevindt zich de rondboogvormige ingang. Aan de linkerhoek van de voorgevel is op de verdieping een driekwart ronde erker uitgebouwd met gebeeldhouwde natuurstenen onderzijde, die op een halfzuil rust. De erker is voorzien van langwerpige glas-in-lood vensters en wordt afgesloten door een rond tentdak met piron. Linksachter is een tweede ingang, gesitueerd in een klein portiek met twee rondbogen, onder een lessenaarsdak. De vensters bezitten bovenlichten deels met verticale roeden, afgesloten door een natuurstenen bovendorpel; in de linkerzijgevel bevinden zich in het middelste bouwlichaam drie drielichtvensters boven elkaar, waarvan de onderste twee trapsgewijs in de gevel geplaatst zijn. Onder de daklijst van dit deel is een reeks kleine rechthoekige vensters geplaatst. Het middendeel van de rechtergevel is opgetrokken tot een topgevel waarin een driezijdig uitgebouwde houten erker en een venster, verenigd onder natuurstenen bogen. Op de begane grond bevindt zich in het midden een halfrond uitgebouwde erker met glas-in-lood. In het interieur zijn een eikehouten trap in het trappenhuis met houten lambrizeringen en paneeldeuren, en een marmeren vloer bewaard gebleven.
Waardering.
Villa van architectuurhistorische waarde als representatief voorbeeld van een laat 19e-eeuwse villa in overgangsarchitectuur. Hoofdvorm, detaillering, toegepast materiaal en het trappenhuis zijn gaaf bewaard.