Nieuwe Parklaan 58
Rudolf Steiner kliniek
toon op de kaart- StatusRijksmonument
- ArchitectBuijs, J.W.E. Lürsen, J.B.
- Monument nr.46630
- BouwstijlAntroposofische architectuur
- WijkWestbroekpark
- Bouwjaar1924-1927
Op onregelmatige grondslag gebouwd ziekenhuis ter hoogte van drie bouwlagen onder hoogopgaande a-symmetrische kap, gedekt met roestkleurige daktegels, totstandgekomen in 1924-'27 naar ontwerp van J.W.E. Buijs en J.B. Lursen, in een volgens opdracht - van de Antroposofische Vereniging Nederland - door de antroposofie ingegeven bouwtrant.
De in baksteen opgetrokken onderbouw bevat twee bouwlagen, terwijl de veel kleinere derde bouwlaag is opgenomen in de kap. De meeste vensters bezitten stalen kozijnen met horizontale roedenverdeling in donkergroene kleur. Door de situering van de gemeenschappelijke ruimten aan de uitersten van het gebouw en van de ziekenkamers in het midden - alle te weerszijden van een centrale gang of hal - is een soort driedeling in het gebouw ontstaan die echter in het uitwendige vrijwel teniet wordt gedaan door de alles overhuivende, de duintop waarop het gebouw is opgetrokken, navolgende, kap.
Aan de zuidzijde bevindt zich de ingangsportiek met schuine muren en luifel en met de gebeeldhouwde deur met afgeschuinde hoek uit de bouwtijd als hoofdtoegang; aan de Z.W.-zijde is een driezijdige erker uitgebouwd over de eerste en tweede bouwlaag waar in oorsprong respectievelijk de eetzaal en een conversatiekamer waren ondergebracht en waarbij op de verdieping een hoekbalkon is aangebracht met uitkragende houten borstwering en waarbij het gebouw een verspringing vertoont en een afgeronde hoekpartij die beide in de kap worden gemarkeerd; hieromheen is een terras met lage tuinmuur gesitueerd, met een trap aan het westelijk eind. De vertrekken aan de oostzijde zijn minder geprononceerd, zij het dat ook hier afgeschuinde zijden en een ingangsportiek voorkomen alsmede een lage tuinmuur. De gehele partij, waarin het centrale trappenhuis is ondergebracht, krijgt uitwendig nog een extra accent doordat de kap hier het hoogste punt - met schoorsteen - bereikt langs een steile helling.
Het gedeelte met de ziekenkamers bevat aan de op het Westbroekpark uitziende Z.W.-zijde een withouten serre ter breedte van zes vertrekken, die op de verdieping overgaat in een in zes compartimenten verdeeld balcon met houten borstwering. De horizontale gootlijst wordt herhaald in de lijst tussen de eerste en tweede bouwlaag van de partij met de erker. De derde bouwlaag bevat een langgerekte dakkapel met gepotdekselde dammen tussen de vensters, die ook in het verbindingsgedeelte met de erkerpartij wordt voortgezet. Aan de N.O.-zijde zijn de vensters aan de bovenzijde met elkaar verbonden door middel van een horizontale lijst die bij de eerste bouwlaag van beton is en bij de tweede van hout, in aansluiting op de ver uitstekende gootlijst. De vensters in de kapverdieping zijn evenals aan de andere zijde samengebracht in een langgerekte dakkapel met gepotdekselde dammen doch de kapel golft aan de rechterzijde omhoog. De kap over dit gedeelte bezit een flauwe helling, bevat aan beide zijden vier kleine dakvensters die als het ware met de kap meegolven, en is tenslotte laagdoorgetrokken over het nauwelijks twee bouwlagen hoge gedeelte waar in oorsprong een conversatiekamer was ondergebracht.
Dit gedeelte vertoont een lichte knik met de rest van het gebouw en bezit een bijna wigvormige plattegrondvorm met een smal balcon aan het uiteinde, waarboven een schuine oplopende luifel is aangebracht, in aansluiting op de kap; voorts een hoekige aanbouw aan de noordzijde waarop een uitgebouwde ingangspartij met stoep aansluit. De vormgeving is verder verwant aan de overige gedeelten van het gebouw, zoals ook blijkt uit de zij-ingang waarvan de deur een afgeschuinde hoek heeft.
Zeldzaam en voor Nederland vrij vroeg voorbeeld van toepassing van de antroposofische principes op de architectuur in het algemeen en op de ziekenhuisbouw in het bijzonder, met kenmerkend gebruik van een organische plattegrond - en kapvorm - waarbij de kapvorm is geinspireerd op de situering boven op een duintop - en van sculpturaal uitgewerkte details, en beperking van haakse hoeken, alsook een inrichting met veel gemeenschappelijke ruimten, naast individuele kamers.