Inleiding
In oorsprong 17e-eeuws vrijstaand landhuis, genaamd Ockenburgh en gesticht door Jacob Westerbaan. Het huidige landhuis dateert uit 1851 en werd in 1889 verbouwd en uitgebreid in eclectische stijl met neo-classicistische elementen. Sinds 1932 in gebruik als jeugdherberg. Na aanzienlijke oorlogsschade werd het landhuis in de jaren '50 gerestaureerd.

Omschrijving
Voormalig landhuis op L-vormige plattegrond, bestaande uit twee bouwlagen onder platte daken, met uitzondering van het zinken tentdak boven de middenpartij van de zuidgevel en de lagere aanbouw achter de rechteras van de oostgevel die gedekt is door een mansarde-tentdak. Het zinken tentdak wordt bekroond door een achtkantige houten lantaarn. De gevels zijn gepleisterd. De bouwlagen worden van elkaar gescheiden door een geprofileerde cordonlijst en een brede kroonlijst; de laatste wordt op de middenas van de oostgevel onderbroken. De middenpartij van de zuidgevel bestaat uit een over beide bouwlagen opgetrokken driezijdige erker en veranda. De veranda is voorzien van gietijzeren kolommen die aan de onderzijde balustervormig zijn uitgewerkt en een palmetversiering bezitten. De veranda wordt afgesloten door een gedeeltelijk open balustrade met balusters. De middenas van de oostgevel wordt bekroond door een houten fronton en bezit op de verdieping een rechthoekige houten erker. De assen aan weerszijden zijn iets hoger opgetrokken. Op de begane grond is een over de zuidgevel en tot halverwege de oostgevel doorlopende veranda gesitueerd, waarvan het schuine dak rust op bewerkte houten kolommen op hardstenen neuten. De veranda's en de erker aan de oostgevel zijn allevoorzien van een geschulpte daklijst. De Empire vensters met zes- en achtruits schuif- en stolpramen bezitten op de begane grond getoogde bovenlichten met waaiervormige roeden in Empire stijl. Links van de zuidgevel bevindt zich een langgerekt voormalig stalgebouw van twee bouwlagen onder een met pannen gedekt schilddak. De gepleisterde gevels bevatten vierruits stolpramen. Tegen de voorgevel zijn twee uitbouwen gesitueerd, gedekt door respectievelijk een zinken en een pannen dak. Ter linkerzijde bevindt zich een eenlaags aanbouw op L-vormige plattegrond, gedekt door een pannen schilddak. De muren zijn van witgeschilderde baksteen en bevatten eveneens vierruits stolpramen.
In het interieur is een grenenhouten balkenzoldering in een van de kamers bewaard gebleven en in de hal ten dele marmeren zwart-wit tegels.

Waardering
Landhuis van architectuurhistorisch en cultuurhistorisch belang als goed voorbeeld van electische landhuisarchitectuur met neo-classicistische elementen en als onderdeel van het voormalige 19e-eeuwse landgoed, dat restanten van de oorspronkelijk 17e-eeuwse aanleg heeft behouden.

 

 

Op 4 februari 1999 is door J.A. van der Hoeve en G.Th. Snel een bouwhistorische waarneming verricht. Bij deze waarneming is op de begane grond een moer- en kinderbintenlaag aangetroffen, die vermoedelijk 17de-eeuws is. Deze samengestelde balklaag bevindt zich achter de twee middelste vensterassen van de oostelijke vleugel en wordt uit het zicht genomen door een verlaagd systeemplafond. Verdere waarneming in het gebouw heeft niet geleid tot een vergelijkbare vondst van zo'n oude constructie.