PAND met gepleisterde gevels en houten kroonlijst, uitwendig van 19e-eeuws karakter. In de verdiepingen vensters met zes- en vierruitsschuiframen. Het rechter deel is het v.m. Grote Logement der Heren van Leiden, in 1639 voor dit doel aangekocht, vervolgens door de bouwmeester Arent van 's-Gravesande verbouwd en in 1731 nogmaals gewijzigd. In 1807 aangekocht door de sociëteit 'De Besognekamer' en het jaar daarop verbouwd door P. Mouton. In 1849 uitgebreid met het links aangrenzende pand op de hoek van de tegenwoordige Hofweg, dat in 1867 in dezelfde trant werd verbouwd. Voor de gevels hardstenen stoeppalen uit ca. 1870. Van de kelders bezit er een nog het oorspronkelijke tongewelf, de plavuizenvloer en de bekleding van een deel der wanden met groene en rood geglazuurde tegels in een schaakbordpatroon uit de 17e of 18 eeuw.
Het interieur bevat o.m. een grijs-marmeren schoorsteenmantel in Empirevormen, van elders afkomstig. Voorts een stucplafond in Empirestijl.