Winkel-woonhuis in eclectische stijl uit omstreeks 1862 ter breedte van vier vensterassen en bestaande uit parterre, verdieping en attiekverdieping in het zadeldak dat deel uitmaakt van het dak over no. 36. Oorspronkelijk vormde het pand met nummer 36 een groep van drie vrijwel identieke huizen. De parterre bezit een hardstenen plint en een eenvoudige Art Nouveau-winkelpui, geflankeerd door verblendstenen hoekpenanten. Rechts een portiek met daarin de winkeldeur en de deur van het woonhuis, die panelen en glas met siertraliewerk vertoont. In de linker travee een getoogd poortje met gebeeldhouwde houten zwikken, consoles en kopjes in neorenaissancestijl en daarboven een rond venster met siertraliewerk. De vensters in de hoge verdieping bezitten T-ramen met French windows en rijk versierde ijzeren raamhekjes. Tussen parterre en verdieping een geprofileerde cordonlijst. Het hoofdgestel van de gevel bestaat uit een fries met panelen en een kroonlijst met tandingen en vijf versierde consoles. Boven de kroonlijst is een attiek over de volle breedte, afgesloten door een dunne kroonlijst met bladconsoles.

Pand van algemeen belang voor de gemeente Den Haag vanwege de architectuur-historische en stedebouwkundige waarde. Architectuur-historisch is het pand van belang als voorbeeld van het eclecticisme in het derde kwart van de 19de eeuw. Uit stedebouwkundig oogpunt is het van waarde als onderdeel van een goed bewaard gebleven en harmonische gevelwand die met het water van de singelgracht en de Paleistuin aan de overzijde een karakteristiek 19de-eeuws stadsbeeld oplevert.