Westduinpark

Radarcomplex (Mammut Gerat) Kijkduin

toon op de kaart
  • Status
    Gemeentelijk Monument
  • Wijk
    Westduinpark
  • Bouwjaar
    1943 - 1944
Registerblad 

De Atlantikwall.

Eind 1941 besloot het Duitse opperbevel tot de aanleg van de Atlantikwall langs de Europese
Westkust. De aanleg van deze verdedigingslinie vond in de jaren 1942-1945 plaats. Het doel was in
geval van een tweefrontenoorlog de geallieerden aan de kust te verslaan. Bij de opzet van de
Atlantikwall lag de nadruk aanvankelijk op strategisch belangrijke plaatsen (zoals havens en
zeegaten). In Nederland kregen daarom Den Helder, IJmuiden, Hoek van Holland en Vlissingen de
meeste aandacht en de hoogste status ("Verteidigungsbereich" en/of "Festung"). Ook Den
Haag/Scheveningen werd, als kustplaats en bestuurlijk centrum, als potentieel interessant doelwit
voor een invasie cq. "raid" gezien. Aan Den Haag/Scheveningen werd dan ook de op een na
hoogste status verbonden ("Stützpunktgruppe"). Het geheel van verdedigingswerken, dat een groot
deel van het Haagse en een kleine deel van het Wassenaarse grondgebied besloeg, kreeg de
benaming "Stützpunktgruppe Scheveningen" mee.

Radarcomplex (Mammut Gerät) Kijkduin.
In de loop van 1942 zetten de Duitse strijdkrachten radarsystemen in bij de luchtverdediging. Met
radar konden vijandelijke vliegtuigen vroegtijdig waargenomen worden. Bovendien kon radar de
vuurleiding van luchtafweerbatterijen ondersteunen. Voor detectie op grote afstand was ondermeer
het Mammut-systeem beschikbaar. De Duitse marine gebruikte dit systeem om scheepsbewegingen
vroegtijdig waar te nemen.
De Duitse marine bouwde sedert 1943 aan het radarcomplex Kijkduin. Op 3 april 1944 werd de
radarinstallatie in gebruik genomen. Het Mammutcomplex had geen eigen Stützpunktnummer, maar
behoorde tot infanteriesteunpunt (Widerstandsnest) 66 HM. Het complex werd ook aangeduid als
Funk Meszstelle "Anton".

A. Lokatie.
Het optimaal functioneren van het werkzame deel van de stelling - de radarantenne - was
maatgevend geweest voor de lokatie binnen het Westduinpark. De radarantenne moest een
onbelemmerde, zo hoog mogelijk gelegen opstelling krijgen. De mogelijkheid de stelling te
verdedigen was van ondergeschikt belang. Het complex was dan ook gevestigd op en rondom het
toenmalig hoogste punt van het Westduinpark, een plateau met uitzichtpunt, huidige hoogte 33
meter + NAP. Deze duintop ligt in het verlengde van de De Savornin Lohmanlaan. Het gehele
complex beslaat een oppervlakte van 250 bij 200 meter.

B. Verschijningsvorm en hoofonderdelen.
De radarantenne was bij dit systeem een star opgesteld, rechthoekig antennerooster van circa 20 x
15 meter. Het bereik was circa 200 kilometer. Het richtveld beperkte zich tot 120 (voorwaartse
sector). De antenne was min of meer in de lijn noord-zuid geplaatst, de as loodrecht op de antenne
richtte zich zodoende westwaarts. De antenne was geplaatst op een op het hoogste punt van de
duinen gebouwde, speciale radarbunker. In de nabijheid van deze bunker lagen diverse, onderling
via een loopgraafstelsel met elkaar verbonden, ondersteunende werken. Bovendien lagen er
verspreid in het terrein nog enkele werken met een ondersteunende functie. De stelling had een
eigen rondomverdediging in de vorm van vier mitrailleurnesten. Twee opstellingen voor
luchtafweergechut met onderkomens zorgden voor de luchtverdediging.

C. Samenstellende onderdelen.
De werken, die toch al geheel of grotendeels ondergronds lagen, zijn na de bevrijding verder
ondergewerkt, beplant en aldoende in de natuurlijke omgeving opgegaan. Alle objecten zijn nog
aanwezig. In de batterij bevinden zich veertien relevante werken. Daarvan zijn er drie van de
categorie met het grootste weerstandsvermogen (Ständiger Ausbau in Stahlbeton), elf objecten
hebben een lager weerstandsvermogen (Feldmässiger Ausbau).

Ständiger Ausbau in Stahlbeton.

E.46. Manschappenverblijf.
Het ontwerp van deze bunker is afkomstig van de Duitse landmacht. Dit standaardtype staat
bekend als Regelbau 656, Unterstand für 15 Mann. E.46 heeft als Baunummer 8658. De bouw
vergde 570 m3 beton.

De bunker bestaat uit een grote afwachtingsruimte voor het onderbrengen van vijftien man. De
bunker heeft twee ingangen, die via één gassluis toegang geven tot de afwachtingsruimte. Beide
ingangen worden vanuit de afwachtingsruimte via afsluitbare schietgaten bestreken.

Type 656 is redelijk veel toegepast. In Europa zijn er minimaal circa 70 gebouwd. Den Haag kent
alleen dit exemplaar.

E.47. Manschappenverblijf.
Het ontwerp is afkomstig van de marine. Dit standaardtype staat bekend als Regelbau M 151,
Mannschaftsunterstand für 1-3-24 en heeft als Baunummer 8657.

De bunker is geschikt voor het huisvesten van een officier, drie onderofficieren en 24
manschappen. De bunker bestaat uit twee grote afwachtingsruimten voor de manschappen en twee
kleinere voor de officier resp. onderofficieren. Tussen de twee ingangen en de afwachtingsruimten
ligt steeds een gassluis. Vanuit de afwachtingsruimten kunnen de ingangen via een afsluitbaar
schietgat verdedigd worden.

Type M 151 is redelijk veel toegepast. In Europa zijn er minimaal circa 70 gebouwd. In Den Haag
stonden er twee, die beide nog bestaan.

E.48. Radarbunker.
Het ontwerp van deze bunker is afkomstig van de Duitse marine. Dit standaardtype staat bekend als
Regelbau V 143, Mammutstand. E.48 heeft als Baunummer 8656.

Deze centraal gelegen, omvangrijke bunker bood onderdak aan alle apparatuur ten behoeve van
de radarinstallatie en de bediening ervan. Het object heeft twee, van een luifel voorziene, ingangen
met gassluis. Vanuit twee speciale ruimten in de bunker konden de loopgraven, die naar de entrees
leidden, worden bestreken (nabijverdediging). Tegenover de entrees bevindt zich een schietgat.
Vanuit de ruimten achter deze schietgaten kon de ingang onder vuur genomen worden
(ingangsverdediging). Op de bunker stond een drietal betonnen voetstukken, waarop de
antennedraagmasten voor het antennescherm waren verankerd.

De V 143 behoort tot de zeer zelden gebouwde bunkertypes. In Europa zijn er minimaal circa zes
gebouwd. In Nederland zijn er twee gebouwd, daarvan bestaat alleen het Haagse exemplaar nog.

Feldmässiger Ausbau.

Verspreid over het terrein van het radarcomplex bevinden zich nog elf werken. Het gaat om een
aantal simpele, gestandaardiseerde werken met muren van baksteen en betonnen vloer- en
dakplaten. Alle werken zijn van oorprong goed aan het zicht onttrokken doordat zij in bestaande
taluds weggewerkt waren, zich ondergronds bevonden of waren aangeaard. Het gaat om:

E.31 en 40. Opstellingen voor luchtafweergeschut (Flakstand mit Unterkunft).

E.35. Sauna (Saunabauwerk).

E.36. W.C. (Abort).

E.38, 39, 41 en 42. Mitrailleuropstellingen (M.G. Stünde).

E. 43 en 44. Munitiebergplaatsen (Munibunker).

E.45. Kantine (Wirtschaftsbauwerk).

Van het radarcomplex zijn alle werken nog compleet aanwezig. Het complex is een typerend en gaaf
voorbeeld van één van de weinige Mammut-radarcomplexen in Nederland. Deze stelling toont goed
aan, dat de zo hoog mogelijk situering van het radarscherm prevaleerde boven een perfecte
inplanting in de omgeving. Het complex heeft de oorspronkelijke context zo goed als behouden en is
inmiddels op een aanvaardbare wijze in het landschap geïntegreerd.

Het terrein van en de veertien onderscheiden objecten binnen het radarcomplex Kijkduin zijn van
algemeen belang voor de gemeente Den Haag wegens hun cultuurhistorische waarde en hun
betekenis voor de wetenschap

 

Radar bunker E48   (8656/V/143)
radarcomplex Kijkduin