Dotterbloemlaan 48 - 88; 51 - 105
toon op de kaart- StatusGemeentelijk Monument
- ArchitectBlankespoor en De Vries
- BouwstijlWederopbouw
- WijkBohemen en Meer en Bos
- Bouwjaar1950-1952
Twee traditioneel vormgegeven bouwblokken met portiekwoningen in de wijk Bohemen voor de gegoede middenstand uit 1950-1952 naar ontwerp van het architectenbureau Blankespoor & De Vries.
De wijk Bohemen bevat veelal naoorlogse woningbouw binnen een vooroorlogs stedenbouwkundig plan. Sommige woningbouwplannen wijken nauwelijks af van de vooroorlogse. Een aantal bouwblokken is echter karakteristiek voor de wederopbouwarchitectuur van vlak na de oorlog worden. Zij worden gekenmerkt door traditionele vormen, technieken en materialen gecombineerd met moderne decoraties en betonelementen. De twee langwerpige blokken met portiekwoningen aan de Dotterbloemlaan zijn hoogtepunten van deze stijl in Den Haag. Ze zijn aan weerszijden van een plantsoen gesitueerd, grenzend aan een groenstrook. De bouwblokken bevatten portiek-étagewoningen in drie lagen met terugliggende penthouses, voorzien van een doorlopend met pannen gedekt zadeldak. De woningen, traditioneel gebouwd met dragende wanden en houten vloeren, hebben merendeels een traveemaat van 8,52 m. bij een diepte van 10,67 m. en bezitten een traditionele plattegrond met kamers-en-suite. De architectonische detaillering van de gevels is zeer verzorgd. Ze zijn van baksteen, waarin ramen in betonnen omlijstingen zijn aangebracht. De raampartijen bij de uitkragende balkons zijn van een kader voorzien met bakstenen penanten en een betonnen afdak. De kopgevels worden gekenmerkt door de typische vorm van de dakopbouw met zadeldak. Ze zijn grotendeels gesloten op een strook smalle ramen aan de straatkant en een erker over twee verdiepingen aan de tuinzijde na. Voor de penthouses zijn aan weerszijden terrassen aangebracht. Deze zijn van betonnen borstweringen voorzien met kruisvormige spijlen en gedecoreerde betonnen panelen op de hoeken en ter plaatse van de woningscheidingen. De portieken bezitten markante, langwerpige raampartijen, gevat in een betonnen kader. Aan de bovenzijde hiervan is telkens een wigvormige betonnen geveldecoratie aangebracht. Elk portiektravee is doorgezet tot boven de terrassen van de penthouses en wordt beëindigd als een historiserende klokgevel. De voortuinen zijn voorzien van tuinmuurtjes, bestaande uit vierkante steunpunten en een onderrand van baksteen met daartussen rond stalen hekwerk.
De twee bouwblokken met portiekwoningen bezitten cultuurhistorische waarde als representatieve voorbeelden van de traditionele architectuurstroming in de wederopbouw van vlak na de tweede wereldoorlog. Tevens bezitten ze architectuurhistorische waarde vanwege de hoogwaardige uitwerking en het zorgvuldig materiaalgebruik.