Jan Thijssenweg 11 ,12 en 13
historische buitenplaats Vredenoord
toon op de kaart- StatusRijksmonument
- Monument nr.525046
- BouwstijlHistoriserend
- WijkLeidschenveen en Ypenburg
- Bouwjaar1914 (landhuis)
Omschrijving van het complex In aanleg en structuur gaaf bewaard gebleven buitenplaats met HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), KOETSHUIS (3), TUINMANSWONING (4), DIENSTWONING (5), FOLLY (6), HEK (7), TUINMUUR (8). Inleiding De buitenplaats Vredenoord is gelegen aan de Delftse Vliet in de Nieuwe Broekpolder te Rijswijk (thans 's-Gravenhage) die deel uit maakt van het hoogheemraadschap Delfland. Het kustgebied was vanouds bewoond. De meeste nederzettingen lagen op de strandwallen. Tussen de 10de en 14de eeuw begon vanuit de strandwallen de ontginning van het achterliggende veengebied in langgerekte stroken. Ten behoeve van de afwatering werden kanalen gegraven waarin het water aanvankelijk op natuurlijke wijze kon afvloeien. Deze kanalen groeiden vaak uit tot belangrijke transportwegen, zoals ook de Vliet tussen Delft en Den Haag. Langs die transportroutes ontstonden in de 17de, maar vooral in de 18de eeuw talrijke buitenplaatsen. Het middeleeuwse verkavelingspatroon is bepalend geweest voor de structuur van de parken bij de buitenplaatsen. In het begin van de 17de eeuw stond op het terrein waar zich thans de buitenplaats Vredenoord bevindt volgens een kaart uit 1712 een boerderijcomplex, bestaande uit een L-vormige boerderij met twee kapbergen. In 1732 wordt het bezit verkocht. Het blijkt intussen uitgebreid te zijn met een herenhuis en een aantal opstallen. De bij de verkoop horende omschrijving luidde bij die gelegenheid: 'een heerenhuis, tuin, boomgaard, stal, huismanswoning, bouwhuis, schuur, bargen, erven en werf, met omtrent tweeëntwintig morgen wei, hooi of teelland, gelegen aan en achter de hiervoor beschreven woning'. Een forse uitbreiding tot een plaats van vermaak vond plaats tussen 1732 en 1759. In het laatste jaar werd het goed bij een verkoop omschreven als: 'een buitenplaats genaamt Alphensrust [naar de eigenaar Cornelis van Alphen die het in 1732 had gekocht] bestaande in een heerenhuys, stal, koets en speelhuys, tuyn en boomgaard met visryke vyver groot drie mergen (...) mitsgaders een nieuwe boerenwoning daar aan gehoorende, bestaande in een huysmans wooninge, stallinge voor omtrent veertig beesten, bergen, schuur, werf en kaarn moole...'. Op een kaart van omstreeks 1750 ziet men het huis op rechthoekige plattegrond liggen aan de zuidoostzijde van de Vliet, met daarachter een boerenwoning, een grote stal en nog een paar kleine gebouwtjes. Het langgerekte, van noordwest naar zuidoost lopende terrein is in verschillende vakken opgedeeld door lange en dwarse lanen waarbinnen een 'tuyn', 'boomgaard' en 'visryke vyver' zijn gesitueerd. Ten noordoosten van het huis, aan de weg langs de Vliet ligt het 'speelhuys', een tuinkoepel op zeshoekige plattegrond. In 1759 wordt Alphensrust weer verkocht. De naam verandert in Hoflust, voor het overige blijft de omvang van het bezit hetzelfde. In 1796 volgt een nieuwe wisseling van eigenaar. De omschrijving bij het transport luidt dan: 'de Hofstede bevorens genaamd Hoflust doch thans Vredenoort, met deszelfs Heeren Huizinge, Boomgaard, vijvers, plantagiën en verdere getimmertens te samen groot vier mergen, 492 roeden, (...) benevens een Boerenwooning met deszelfs stallinge, Bargen en Wagenhuis (...)'. In de eerste decennia van de 19de eeuw veranderde de omgeving van het huis. De boerderij werd afgebroken. De weg kwam daarmee vrij voor de schepping van een moderne buitenplaats, zonder een overheersend agrarisch karakter. De tuin is de eerste die onder invloed van de moderne ideeën wordt veranderd. Op de kadastrale minuut van Rijswijk uit 1819 (getekend in 1812) is te zien dat de lijnen van het formele park vrijwel zijn verdwenen en een landschappelijke structuur domineert. Binnen de strakke structuur van de rechte verkaveling slingert zich een driearmige vijver met een eiland op de plaats waar in de 18de eeuw het kanaal lag. Aan de zuidwest- en noordoostkant zijn de rechte lanen golvend gemaakt. Die situatie is tot op heden vrijwel ongewijzigd. De lange formele laan vanaf het (niet meer aanwezige) speelhuys in zuidoostelijke richting is nog steeds aanwezig. Halverwege, ter hoogte van de moestuin staat een opstal op rechthoekige plattegrond: de oranjerie, volgens de bijbehorende verklaring. De modernisering van het huis volgde al spoedig. In 1826 wordt de Delftse wethouder Hendrik van Berckel eigenaar van Vredenoord. Hij geeft in hetzelfde jaar architect Pieter Adams de opdracht tot het verbouwen van het herenhuis en het koetshuis. Het grote huis werd opgetrokken in de strakke neoklassieke stijl van die dagen. Het werd echter in de 20ste eeuw door brand verwoest en in 1913 ontstond een nieuw huis naar ontwerp van de Rotterdamse architect J. van Wijngaarden, dat nog steeds bestaat. Het park zou geen wezenlijke wijzigingen meer ondergaan. De tuinkoepel aan de Vliet bestaat niet meer. De voormalige oranjerie is omstreeks 1960 door een nieuw gebouw vervangen. Dit valt buiten de bescherming. De omgrenzing van het complex. Aan de noordwestzijde ligt de grens langs de Jan Thijssenweg, de begrenzing aan de zuidwest-, noordoost- en zuidoostkant volgt de kavelsloten. Op de bijbehorende kaart is de omgrenzing aangegeven. Waardering De historische buitenplaats Vredenoord is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch belang: |
|
Omschrijving onderdeel 1. Hoofdgebouw (Jan Thijssenweg 13 te 's-Gravenhage. mon.nr: 525046
Het in 1913 gebouwde landhuis is een ontwerp van de Rotterdamse architect J. van Wijngaarden. Het is ontworpen in een traditionele baksteenarchitectuur, die vooral bij landhuizen en villa's in het begin van de 20ste eeuw geliefd was. Op de begane grond en verdieping schuiframen met glas-in-lood (geel en off-white) in de bovenlichten. Alle vensters hebben rollagen en zijn van persiennes voorzien. Het huis staat op een rechthoekige plattegrond, heeft een kleine uitbouw aan de zuidzijde en een aangebouwde serre aan de westkant. Het heeft een omlopende natuurstenen plint en is gelegen op een opgehoogd gedeelte van het terrein. De voorgevel is gericht naar de Vliet. Het huis bestaat uit een begane grond, eerste verdieping en zolderverdieping onder een schilddak met een écaille leibedekking (schubvormige leien in Rijnse dekking). Schoorstenen met ijzeren kappen op de daknokken. Houten gootlijst op forse, gesneden consoles. Alleen het achterste gedeelte is onderkelderd. Het middendeel van de voorgevel ligt iets terug ten opzichte van de zijrisalieten die met een steekkapje aanlopen op het schilddak. Vier vensters op de begane grond en twee (in iedere risaliet één) vensters op de verdieping. Het terug liggende middengedeelte heeft op de verdieping een loggia met gemetselde borstwering, natuurstenen afdekking en vier houten zuilen met fantasiekapiteel die een licht gebogen dakje dragen. In het dakvlak een vijfdelig zoldervenster met glas-in-lood. In de linkerzijgevel bevindt zich de toegang tot het huis onder een houten afdakje op gesneden korbelen, aan het muurwerk bevestigd met gedraaide ijzeren stangen. Toegangspaneeldeur in neo Lodewijk XIV-stijl. Bovenlicht met glas-in-lood. Een venster naast de voordeur en twee op de verdieping. Stoep met twee natuurstenen treden en gemetselde balustrades met natuurstenen afdekplaten en dito bollen op de hoeken. In het dakvlak een vierdelig en enkelvoudig zoldervenster met glas-in-lood. De rechterzijgevel heeft op de noordwesthoek een rechthoekige serre met samengestelde vensters en openslaande deur met glas-in-lood in de bovenlichten. Hierboven een balkon met gemetselde borstwering, natuurstenen afdeklijsten en dito bollen op de hoeken. Naast de serre een eenvoudige entree (voorheen een venster). Op de verdieping een openslaande deur naar het balkon en twee vensters, alle met glas-in-lood in de bovenlichten. In het dakvlak zoldervensters met glas-in-lood. Aan de buitenzijde markiezen. De achtergevel is van een uitbouw voorzien waarin de oorspronkelijke toegang voor het personeel tot de kelder en dienstvertrekken waren ondergebracht. Op een gedeelte van de uitbouw ligt een plat dak met gemetselde borstwering, natuurstenen afdekplaten en dito bollen op de hoeken. Vensters met luiken op begane grond en verdieping en drie hoge lichten met glas-in-lood die het trappenhuis verlichten. Kleine venstertjes voor de verlichting van de WC's.
De indeling van het interieur is uit de bouwtijd en is als volgt. Alleen het achterste gedeelte van het huis is onderkelderd. Toegang tot de kelders thans onder de hoofdtrap, voorheen bevond zich de keldertrap tussen keuken en dienkamer. Uitgang naar buiten aan de zuidzijde. De kelders zijn voorzien van troggewelfjes tussen ijzeren balken. De kelders deden dienst als wijnkelder (uitbouw aan de zuidzijde), provisiekelders en brandstoffenkelder. Aan de voorzijde van het huis liggen op de begane grond drie vertrekken naast elkaar, van oost naar west een studeerkamer met diepe kast, een grote salon (ontvangkamer) die met dubbele schuifdeuren in verbinding staat met de huiskamer en de in het verlengde daarvan liggende serre. De drie kamers en de serre hebben alle een stucplafond met geprofileerde omlopende lijst en een ronde geprofileerde lijst in het midden. Zij waren alle van schouwen voorzien. Houten lambrisering onder de vensters en schuifluiken voor de vensters. Paneeldeuren met geprofileerde omlijstingen. De serre is aan drie zijden van glas-in-lood ramen voorzien; natuurstenen plinten. De dubbele deur van de eetkamer naar de serre was met een rolluik 's-winters afsluitbaar. Achter deze vertrekken bevindt zich achter de voordeur over vrijwel de gehele breedte een met marmeren platen belegde gang die is onderverdeeld in een vestibule en een hall met trappenhuis. De gang is met bogen met glazen deuren onderverdeeld. Het laatste gedeelte van de gang, achter de huiskamer, was oorspronkelijk als 'dienkamer' in gebruik, een tussenkamer tussen de huiskamer die tevens als eetkamer dienst deed en de keuken. In het achterste gedeelte van het huis bevindt zich naast de voordeur een vertrek dat als spreekkamer diende. Daarnaast twee in elkaar overlopende kleine vertrekjes waarin de WC en een vertrekje met een wastafel waren ondergebracht. Vervolgens het over twee verdiepingen opgaande trappenhuis. De trap van drie vluchten heeft een houten gecanneleerde trappaal en een balustrade van kleine balustertjes in 18de-eeuwse trant. Het trappenhuis wordt verlicht door langgerekte glas-in-loodramen. Balkenplafond met gestucte velden. De zuidwesthoek van het huis wordt in beslag genomen door de dienstafdeling met de keukens. Dit deel is ingrijpend verbouwd. Op de verdieping bevinden zich vertrekken die in gebruik waren als slaap-, linnen- en badkamers. Ook hier een WC annex wasruimte als beneden. Alle slaapkamers hadden een schouw. Afgezien van de indeling zijn hier geen opmerkelijke architectonische details overgebleven. De zolder is voor een deel afgeschoten met kamertjes.
Waardering
Het HOOFDGEBOUW op de historische buitenplaats Vredenoord is van belang:
- wegens zijn ouderdom;
- wegens de kenmerkende landhuisarchitectuur uit het begin van de 20ste eeuw;
- als onderdeel uit het oeuvre van architect J. van Wijngaarden;
- wegens de gaaf bewaarde, oorspronkelijke indeling;
- wegens de ensemblewaarde als onderdeel van de buitenplaats en de funtioneel-ruimtelijke relatie met de overige opstallen.
Historische tuin- en parkaanleg. mon.nr: 527957
Het karakter van het park wordt bepaald door de historische verkavelingstructuur van de middeleeuwse ontginning. De formele aanleg van het park gaat terug tot de eerste helft van de 18de eeuw, de landschappelijke component die daarover heen is gelegd dateert van het begin van de 19de eeuw. Van 1812 dagtekent de kadastrale minuut die het landschapspark weergeeft. Het park loopt van noordwest naar zuidoost en strekt zich uit vanaf de Jan Thijssenweg (de weg van Delft naar Voorburg) aan de Vliet tot de parallel daaraan lopende kavelsloot aan de zuidoostkant. Aan de zuidwestkant loopt over de hele diepte van het perceel een slingerende, met eiken beplante, laan, die zich voortzet langs de zuidoostzijde en met een curve over en rond de driearmige vijver slingert om weer uit te komen op de laan aan de zuidwestkant. Langs de laan, op de zuidpunt van het terrein ligt een heuvel met daaronder een tunneltje, een folly (zie hiervoor onderdeel 6). Op de oostpunt van het park ligt op de grens van de vijver en de aansluiting op de achterwetering een kunstwerk in de vorm van een overlaat, ter regulering van de waterstand. Bij de kop van de vijver aan de noordwestkant wordt de uitzwenkende bocht van het water en het daarnaast gelegen pad begeleid door op regelmatige afstand van elkaar geplante eiken. Aan de noordoostkant bevindt zich aan de Jan Thijssenweg een toegangshek (zie hiervoor onderdeel 7). Van daar loopt een laan thans met esdoorns beplant en deels door een muur begeleid (zie hiervoor onderdeel 8) in de richting van het voormalige koetshuis (zie hiervoor onderdeel 3). Van de formele 18de-eeuwse aanleg is de loop van een aantal paden en voormalige kavelsloten nog herkenbaar bewaard gebleven.
Waardering
Historische tuin- en parkaanleg behorend tot de buitenplaats Vredenoord is van algemeen belang:
- wegens de ouderdom;
- wegens de restanten van de vroeg 18de-eeuwse formele aanleg;
- wegens de goed bewaarde landschappelijke aanleg uit het begin van de 19de eeuw;
- als gaaf en goed voorbeeld van een buitenplaatsontwikkeling binnen de historische verkavelingspatronen;
- als goed herkenbaar gebleven onderdeel van het buitenplaatsenlandschap langs de Delftse Vliet;
- wegens de funtioneel-ruimtelijke relatie met de overige onderdelen van de buitenplaats.
Omschrijving onderdeel 3. Koetshuis. mon.nr: 527958
Gebouw uit oorspronkelijk 1826 naar ontwerp van architect P. Adams op haakvormige plattegrond, onder met grijze pannen gedekte zadeldaken. De gevels van de zuidoostelijke poot is uit houten delen samengesteld. Hierin bevinden zich de grote dubbele deuren die naar de (voormalige) stalling en stal leiden. De gevels van de noordwestelijke poot zijn gepleisterd (niet oorspronkelijk). Hierin bevond zich de koetsierswoning. In het interieur zijn geen oorspronkelijke details of structuren bewaard gebleven.
Waardering Het koetshuis behorend tot de historische buitenplaats Vredenoord is van belang:
- wegens de ouderdom;
- als onderdeel van het oeuvre van P. Adams;
- wegens de beeldbepalende waarde;
- wegens het functionele ontwerp;
- wegens de funtioneel-ruimtelijke relatie met het hoofdgebouw en de overige onderdelen van de buitenplaats.
Omschrijving onderdeel 4. Tuinmanswoning. mon.nr: 527959
Uit gele baksteen opgetrokken tuinmanswoning van omstreeks 1870 van een bouwlaag en een kapverdieping hoog onder een met grijze pannen belegd zadeldak. De naar het noordoosten gerichte voorgevel is symmetrisch van indeling met een deur in het midden en zesruitsvensters aan weerskanten. Linkerzij- en achtergevel met zesruits vensters. In het inwendige een middengang met aan het eind een trap naar boven. Rechts een kamer over de hele diepte met schouw, links is de ruimte door een dwarse muur in tweeën gedeeld. Het huis is niet onderkelderd. Op de kapverdieping zijn kamertjes afgescheiden door wanden.
Waardering
De tuinmanswoning behorend tot de historische buitenplaats Vredenoord is van belang:
- wegens de ouderdom;
- als voorbeeld van een eenvoudige dienstwoning uit het laatste kwart van de 19de eeuw;
- wegens de functioneel-ruimtelijke relatie met het hoofdgebouw;
- wegens de situering in het landschapspark.
Omschrijving onderdeel 5. Dienstwoning. mon.nr: 527960
Dienstwoning uit de 17de eeuw, opgetrokken van rode baksteen, op rechthoekige plattegrond. Een bouwlaag met een kapverdieping hoog, met zadeldak tussen tuitgevels met vlechtingen. Het dak is met rode pannen belegd. Klezoren op de hoeken in de koppenlagen. De kap is in de 19de eeuw iets verhoogd. Aan de zuidoostkant is over de hele diepte in de 19de eeuw een aanbouw gezet die met een lessenaarsdak tegen het 17de-eeuwse gedeelte aanloopt. Dit dak is met grijze pannen belegd. In de aanbouw is de toegang opgenomen. In het inwendige is geen sprake meer van originele details of structuren. Voor het pandje ligt een fraaie hardstenen stoep, met stoeppalen en een sierhek.
Waardering
De dienstwoning behorend tot de historische buitenplaats Vredenoord is van belang:
- wegens de ouderdom;
- als voorbeeld van een eenvoudige dienstwoning uit de 17de eeuw die in het laatste kwart van de 19de eeuw is uitgebreid;
- wegens de functioneel-ruimtelijke relatie met het hoofdgebouw;
- wegens de situering in het landschapspark.
Omschrijving onderdeel 6. Folly. mon.nr: 527961
In de zuidhoek van het park ligt een ruïne, die onterecht over het algemeen 'ijskelder' genoemd wordt. Het is echter een folly, een artefact in de tuinaanleg die bijdraagt tot de romantische beleving van het landschapspark. De folly bestaat uit een met puinsteen opgemetselde, gebogen gang, een grotje, overdekt door een kunstmatig aangelegde aarden heuvel. De ingang ligt aan de zuidkant: een deuropening met rondboog en vleugelmuren aan weerskanten. Getuige een 'rotsblok' met inscriptie in de gang, kwam de folly in 1876 tot stand: 'CGV 1876'. De gebogen gang loopt door naar het noorden en heeft daar een identieke opening met vleugelstukken. De gang is met gele en witte bergkristallen versierd. Op de kunstmatige heuvel heeft een gemetselde koepel gestaan. Voor de zuidelijke toegang bevond zich een achtzijdige gietijzeren prieel. De folly is in slechte staat. De gang is voor een deel ingestort, koepel en prieel zijn verdwenen.
Waardering
Folly, behorend tot de historische buitenplaats Vredenoord is van belang:
- wegens de ouderdom;
- als markant onderdeel van een romantisch landschapspark;
- wegens de beeldbepalende waarde;
- wegens het ontwerp
Omschrijving onderdeel 7. Hek. mon.nr: 527962
Het vroeg 19de-eeuwse gietijzeren toegangshek van Vredenoord aan de Jan Thijssenweg staat aan de noordpunt van het terrein aan het begin van de oprijlaan. Het bestaat uit gietijzeren gecanneleerde hekpalen met vergulde dennenappel bekroond waarop de naam Vreden Oord, waartussen een gebogen spijlenhek met speerpunten. Het onderste deel bestaat uit een roosterwerk, met rozetten op de kruispunten.
Waardering
Het toegangshek, behorende tot de historische buitenplaats Vredenoord is van belang:
- wegens het type;
- wegens de markering van de toegang tot de oprijlaan van de buitenplaats Vredenoord;
- wegens de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.
Omschrijving onderdeel 8. Tuinmuur. mon.nr: 527963
Achter het 19de-eeuwse hek (zie hiervoor onderdeel 7) ligt een lange oprijlaan, die voor een deel aan de noordwestkant begeleid wordt door een gemetselde tuinmuur, die de afscheiding markeerde van de moestuin en deels uit de 18de eeuw dagtekent.
Waardering
De tuinmuur, behorende tot de historische buitenplaats Vredenoord is van belang:
- wegens de ouderdom;
- wegens de beeldbepalende waarde;
- wegens het functionele ontwerp;
- wegens de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.
.