Thérèse Schwartzestraat 15 t/m 21
Julianakazerne
toon op de kaart- StatusGemeentelijk Monument
- ArchitectKarl Gonser
- BouwstijlStuttgarter Schule
- WijkBenoordenhout
- Bouwjaar1942-1943
Polizeikazerne gebouwd in 1942-1943 naar ontwerp van de Duitse architect Karl Gonser in de stijl van de Stuttgarter Schule. In 1948 werd de naam officieel gewijzigd in Prinses Julianakazerne
Het kazernecomplex is in de Tweede Wereldoorlog gebouwd ten behoeve van de huisvesting van de Ordnungspolizei. Het ontwerp is van de Duitse architect Karl Gonser, die tijdens de Duitse bezetting bij een groot aantal, overwegend militaire bouwprojecten in Nederland was betrokken. Deze architect was een aanhanger van de Stuttgarter Schule. Een stroming die voorborduurde op de stijl van de traditionele Duitse plattelandsbebouwing zoals die met name was terug te vinden in boerenhoven en kasteelachtige behuizingen. Vooral projecten als woonwijken, opleidingsinstituten en kazernes werden in het "Duitse Rijk" in deze kenmerkende bouwtrant uitgevoerd.
De Polizeikazerne werd na de bezetting in gebruik genomen door de Nederlands Landmacht en in 1948 werd de naam officieel gewijzigd in Prinses Julianakazerne.
Het terrein waarop de kazerne is gesitueerd wordt langs de Thérèse Schwarzestraat omgeven door een gracht. De stenen bruggen over het water en de bastionvormige hoeken van de gemetselde grachtmuren geven het geheel een kasteelachtig karakter.
De kazerne zelf bestaat uit het hoofdgebouw op onregelmatige plattegrond van twee bouwlagen onder met pannen gedekte kappen en een oorspronkelijk hiervan losstaand L-vormige vleugel van één bouwlaag, eveneens onder een met pannen gedekte kap. Het hoofdgebouw was oorspronkelijk bedoeld voor legerings- en kantoordoeleinden, het bijgebouw als stalling voor paarden, materieel en auto's. De stijlelementen van de in de stijl van de Stuttgarter Schule opgetrokken kazerne doet sterk denken aan de carrévormige boerenhoeven en de kasteelbouw uit Duitsland. Vooral de twee torenvormige uitbouwsels van het hoofdgebouw, de kleine roedeverdeling in de vensters en de vormgeving van de dakkapellen refereren hier sterk aan. Extra aandacht is besteed aan de uitwerking van de gevel waarin de hoofdingang is gesitueerd. In de met pilasters gelede gevel zijn hier vijf brede getoogde doorgangen aangebracht, bereikbaar via een breed rondom de ingangsgevel aangelegd bordes. Elke doorgang is bekleed met hardsteen en het midden van de toog is voorzien van een forse sluitsteen.
Het hoofdgebouw en bijgebouw zijn in 1987 door middel van een in architectuur contrasterende uitbouw met elkaar in verbinding gebracht. Het stalgebouw is na de oorlog met name intern ingrijpend gewijzigd ten behoeve van nieuw ingebrachte kantoorruimte. In het interieur van het hoofdgebouw zijn het centrale trappenhuis en de voormalige kantine/toneelzaal (thans Prins Bernardzaal) de meest authentieke ruimten. Bijzonder is de geheel betonnen kapconstructie dat in haar opzet met hoofdgebinten bijna een versteende kopie lijkt te zijn van de opbouw van de houten kapconstructies van de grote boerenschuren.
Het kazernecomplex met omgrachting is van architectuurhistorisch belang als enig voorbeeld in Den Haag en één van de weinige gebouwen in Nederland die zijn ontworpen in de stijl van de Stuttgarter Schule. Het bezit tevens historische waarde vanwege de eraan verbonden Haagse geschiedenis in de Tweede Wereldoorlog.