Linker gedeelte van een kapitale, dubbele villa waarvan de bouw gereed kwam in 1895. Het complex is gebouwd in neorenaissancestijl en vertoont tevens, in de overstekende dakpartijen met decoratief houtsnijwerk en korbelen, trekken van de chaletarchitectuur.
De uit baksteen met gepleisterde banden en blokken opgetrokken dubbele villa heeft tegen de risalerende hoektravee van nr. 30 en aan de zijgevels puntgevels met overstekende kappen, voorzien van de bovenvermelde versiering. Tegen de middenas van de voorgevel bevindt zich een veelhoekige, houten erker. Nr. 32 heeft tegen de voorgevel een torenvormig uitgebouwd paviljoen, dat boven de hieromheen doorgevoerde kroonlijst nog een verdieping met driedelig venster bezit en bekroond wordt door een spits met dakkapellen en topkoepeltje. Nr. 30 bezit in het dak boven de erker een rijk uitgewerkte chaletvormig behandelde dakkapel. In de linker travee van nr. 30 getoogde, driedelige vensters. De meeste vensters bezitten geblokte ontlastingsbogen. De deur van nr. 32 bevindt zich in een uitgebouwd portaal. De kroonlijst wordt gedragen door kleine korbelen en, bij het torenvormige paviljoen, door consoles.

Gebouw van algemeen belang voor de gemeente 's-Gravenhage wegens de architectuur-historische waarde. Het is een karakteristiek voorbeeld van royaal opgezette villa architectuur, waarin neorenaissancevormen gepaard gaan met motieven uit de chaletarchitectuur die in het laaste kwart van de 19de eeuw onder invloed van het toenemende toerisme naar landen als Zwitserland veel voorkwam. Het pand maakt deel uit van een reeks groots opgezette villa's aan dit gedeelte van de Groot Hertoginnelaan, dat ten opzichte van de rest van Duinoord een afwijkend bebouwingspatroon vertoont.