Pand uit het derde kwart van de 19de eeuw, onderdeel van een symmetrisch opgezette groep van vijf herenhuizen, nrs. 9 - 17, waarvan het middelste (nr. 13) uit parterre, bel-etage, verdieping, zolderverdieping en attiekverdieping bestaat, terwijl de andere panden de attiekverdieping missen.
De attiek van nr. 13 heeft een gelobde kroonlijst, versierd met lofwerk. Alle panden tellen drie vensterassen en hebben een hardstenen plint en een met geblokte bepleistering versierde parterre. Onder de kroonlijst hebben alle panden voluutconsoles; in het fries daaronder zijn liggende zoldervensters aangebracht. Alle panden hebben hun authentieke vleugeldeuren bewaard; de verdiepingsvensters bezitten gietijzeren raamhekjes. No. 11 heeft een rechthoekige houten erker met blinde balustrade onder het venster. De panden worden overdekt door een doorlopend dwarsdak.

Pand van algemeen belang voor de gemeente 's-Gravenhage vanwege de architectuur-historische waarde en als voorbeeld van rijke 19de eeuwse woonhuisbouw. Het ensemble-aspect vormt een aanzienlijke toegevoegde waarde.

Onderdeel van een symmetrisch opgezette groep van vijf herenhuizen oorspronkelijk genummerd 9-11-13-15-17. Nummer 17 is in het laatste kwart van de twintigste eeuw gesloopt en vervangen door historiserende nieuwbouw (thans genummerd Dr. Kuyperstraat 25 t/m 33).