Sweelinckstraat 2e 156
Maranathakerk
toon op de kaart- StatusGemeentelijk Monument
- ArchitectStaudacher, E en Eschauzier, F
- BouwstijlWederopbouw
- WijkDuinoord
- Bouwjaar1949
Maranathakerk gebouwd in 1949 als ‘noodkerk’ naar ontwerp van de Duitse architect Bartning en de Zwitserse bouwkundige Staudacher, met aanpassingen van de Nederlandse architect F.A. Eschauzier.
De kerk heeft een rechthoekige vorm met aan de rechterzijde een lage uitbouw ten behoeve van de ingangspartij. Het gebouw ligt terug van de rooilijn waardoor een voorpleintje ontstaan is. De kerk is opgetrokken in baksteen en heeft een zadeldak met roodkleurige pannen. In de voorgevel bevindt zich een roosvenster. De zijgevels hebben steunberen en een doorlopende band van ramen direct onder het dak. De dakconstructie bestaat uit gebogen houten spanten met daartussen dakbeschot van planken. Het hout heeft zware verbindingsmoeren, waardoor het geheel industrieel aandoet.
De kerk staat op de plek die in Tweede Wereldoorlog deel uitmaakte van de door de Duitsers aangelegde Atlantikwall. Dit was een kilometers lange verdedigingszone in een wijde boog rond de haven van Scheveningen, waarvoor veel bestaande bebouwing (waaronder twee kerken) moest wijken. Na de bevrijding was dit een kaalgeslagen gebied dat heropgebouwd moest worden, maar er was een tekort aan materialen. Noodkerken afkomstig uit het buitenland boden een oplossing voor de Nederlandse hervormde gemeenten.
Het hout voor de Maranathakerk kwam in 1949 als kant-en-klaar bouwpakket per trein naar Nederland; een hulpzending van de Zwitserse organisatie Hilfswerk der Evangelische Kirche in der Schweiz. Het ontwerp was afkomstig van de beroemde Duitse architect prof. dr. Otto Bartning (1883-1959), die in 1945 gevraagd werd een serie houten noodkerken te ontwerpen voor verwoeste Duitse steden. De kern van het ontwerp was een combinatie van geprefabriceerde onderdelen (spanten, deuren, ramen) met inbreng en de medewerking van de lokale bevolking bij het in elkaar zetten van de kerk. De noodkerken moesten nadrukkelijk geen armoedige, tijdelijke kerken worden. Bartning werkte voor het verdere standaardiseren en produceren samen met de Zwitserse bouwkundige Emil Staudacher. Staudacher bedacht de dakconstructie van gebogen en verlijmde spanten. In totaal zijn in Duitsland 48 van dit soort noodkerken gebouwd. De afmetingen van de Maranathakerk zijn echter iets ruimer dan die van de verwante Duitse noodkerken, wat de kerk uniek maakt.
De Nederlandse architect Frits A. Eschauzier (1889-1957) was verantwoordelijk voor het realiseren van de Maranathakerk in Den Haag. Hij genoot voor de oorlog bekendheid met landhuizen in Engelse stijl, een verbouwing van het Rijksmuseum en de inrichting van luxueuze passagiersschepen, en werd vlak na de oorlog benoemd tot hoogleraar in Delft. Eschauzier was tot zekere hoogte beperkt door het toegestuurde bouwmateriaal uit Zwitserland, dat daar reeds gezaagd was. Toch heeft de Nederlandse architect enkele veranderingen aan het ontwerp van Bartning en Staudacher kunnen doorvoeren. Zo heeft hij de toren ingeruild voor een bescheiden klokkentorentje. Ook is de voorgevel niet blind zoals voorzien, maar aangepast met een ceremoniële voordeur, omdat de leiding van de Haagse Hervormde Gemeente meende dat een dure kerk niet kon volstaan met een ingang aan de zijkant. Daarnaast rusten de spanten niet op gemetselde muren maar op betonnen zuilen. Eschauzier liet bovendien ook aan de linker zijkant een ingangspartij met hellingbaan aanleggen. De dakconstructie, de ingangspartij aan de rechter zijkant, de detaillering van de ramen in de zijgevels en de deuren en ramen zijn gelijk gebleven aan het Duitse ontwerp.
Het interieur van de Maranathakerk weerspiegelt de discussie in de jaren veertig in de Nederlandse Hervormde Kerk over liturgische vernieuwing, de zogeheten Liturgische Beweging. Protestantse kerken moesten geen kale ‘preekschuren’ meer zijn. De kansel, voorheen altijd centraal opgesteld, verdween naar de zijkant. Gevoed door deze ideeën ontwierp Eschauzier een kerkruimte waar alle zintuigen gestreeld zouden moeten worden, ondersteund door subtiele kleuren groen en blauw. De Maranathakerk werd een van de eerste hervormde kerken die volgens de Liturgische Beweging werden ingericht.
De kerk bevat nog tien ovaalvormige, eenvoudige panelen uit de bouwtijd, bevestigd aan de zuilen die het middenschip van de zijbeuken scheiden. De oorspronkelijke knielbanken zijn verwijderd, maar twee losse exemplaren zijn als aandenken bewaard. Op de triomfboog, kansel en het gezangbord is belettering aangebracht. Het orgel, met 23 registers, is van Mense Ruiter (Groningen) en stamt uit 1952.
De Maranathakerk is van algemeen belang door de architectuurhistorische waarde; er is sprake van gaafheid in hoofdvorm, detaillering en het toegepaste materiaal. Het heeft architectuurhistorische waarde vanwege de Duitse herkomst van het ontwerp, uniek in Nederland, en als voorbeeld van een kerk in het oeuvre van de Nederlandse architect Eschauzier.
Het heeft cultuurhistorische waarde vanwege de unieke bouwgeschiedenis als gedoneerde noodkerk uit Zwitserland, waardoor het uiting geeft aan de periode van materiaalschaarste. Bovendien is het ontwerp en de inrichting van het gebouw illustrerend voor de Liturgische Beweging.
Een toegevoegde waarde wordt gevormd door de stedenbouwkundige ligging in de Atlantikwallzone, waar het een onderscheidend en beeldbepalend gebouw is te midden van flats, kantoren en scholen uit de wederopbouwperiode.
NB. De latere aanbouw, met als adres 2e Sweelinckstraat 154, is uitgezonderd van bescherming.