Volgens de principes van het Nieuwe Bouwen in 1934 door G.Th. Rietveld in opdracht van R.T.A. Mees ontworpen en in 1936 gebouwd geheel vrijstaand woonhuis met garage. Het is samengesteld uit cubische en halfcilindrische bouwvolumes - de eerste met twee en het tweede met een bouwlaag - alle plat afgedekt en opgetrokken in baksteen met vlakke, witgepleisterde muren op een lage, ongepleisterde plint, doorbroken door in smalle stalen kozijnen gevatte vensters met hoge horizontale dito onderverdeling en een op een vaste maatverhouding gebaseerde, variabele grootte.

De ingang bevindt zich rechts in de van de straat afgekeerde en beneden teruggerooide O-gevel, waarbij een portiek is ontstaan door de overhuivende bovenbouw die deels rust op een met beton omklede stalen kolom en deels op de in de NO-hoek geprojecteerde garage, met links een horizontaal en in het midden een verticaal venster.

De Z-gevel - langs de straat - bevat links de halfcilindrische, bij de ZW-hoek omgaande serrepartij met rechts daarvan een blind gevelblok waarvan de bovenmuur als borstwering is doorgetrokken en bij de halfronde uitbouw is voortgezet door een met matglas gevuld stalen frame; de ten behoeve van het balcon teruggerooide verdieping bevat links een grote venster-annex balcondeurpartij, waarboven wederom een uit matglas en staal bestaande bij de ZW-hoek omgezette borstwering, en rechts een blind muurvlak dat naar boven is doorgetrokken.

De W-partij heeft beneden de deels gesloten halfronde serre-uitbouw en links, een recht, gesloten, iets teruggerooid muurvlak dat op de verdieping ook boven de uitbouw wordt voortgezet, doorbroken door twee venster-, annex-balcondeurpartijen.

De N-gevel is grotendeels gesloten, met in het midden de uitgebouwde schoorsteen, met beneden te weerszijden een venster en boven alleen links, terwijl uiterst links de uitgebouwde garagepartij uitsteekt met zij-ingang en op de verdieping een balcon. In 1977 is de keuken tussen garage en schoorsteen uitgebreid.

Op de top een lage lichtkap over het centrale trappenhuis van waaruit tevens het bovenste dakterras toegankelijk is.

Woonhuis vanwege de algehele architectonische en technische vormgeving (zowel in exterieur als in interieur) en situering een gaaf en representatief voorbeeld van de Nederlandse bijdrage aan het Nieuwe Bouwen in de periode 1920-40 van algemeen belang wegens de betekenis voor de ontwikkeling van de moderne architectuur.