Van Ouwenlaan 11
Hospitaal W.3
toon op de kaart- StatusGemeentelijk Monument
- WijkBenoordenhout
- Bouwjaar1942-1945
De Atlantikwall.
Eind 1941 besloot het Duitse opperbevel tot de aanleg van de Atlantikwall langs de Europese
Westkust. De aanleg van deze verdedigingslinie vond in de jaren 1942-1945 plaats. Het doel was in
geval van een tweefrontenoorlog de geallieerden aan de kust te verslaan. Bij de opzet van de
Atlantikwall lag de nadruk aanvankelijk op strategisch belangrijke plaatsen (zoals havens en
zeegaten). In Nederland kregen daarom Den Helder, IJmuiden, Hoek van Holland en Vlissingen de
meeste aandacht en de hoogste status ("Verteidigungsbereich" en/of "Festung"). Ook Den
Haag/Scheveningen werd, als kustplaats en bestuurlijk centrum, als potentieel interessant doelwit
voor een invasie cq. "raid" gezien. Aan Den Haag/Scheveningen werd dan ook de op een na
hoogste status verbonden ("Stützpunktgruppe"). Het geheel van verdedigingswerken, dat een groot
deel van het Haagse en een kleine deel van het Wassenaarse grondgebied besloeg, kreeg de
benaming "Stützpunktgruppe Scheveningen" mee.
Hospitaal W.3.
In de omgeving van de Ruychrocklaan en vooral op het voormalige terrein van de Haagse Golfclub
lag een aantal objecten met ondersteunende functies. De hospitaalbunker was in deze omgeving
het meest belangrijke object.
A. Lokatie.
De bunker ligt op een terrein aan de zuidzijde van de Van Ouwenlaan. De ingang van het terrein
bevindt zich tegenover Van Ouwenlaan 50. Het werk ligt bovengronds en is aangeaard en toont
zich als een begroeide heuvel in een bosachtige omgeving.
B. Omschrijving.
De bunker behoort tot de categorie met het grootste weerstandsvermogen (Ständiger Ausbau in
Stahlbeton). Het is geen standaardtype, maar een voor deze situatie ontworpen, bijzonder werk
(Sonderkonstruktion, Sk). Het Baunummer is 8742.
W.3 is één van de grootste bunkers van Den Haag. Het object bestaat uit twee bouwlagen. De
buitenwanden zijn 3 meter dik, het dak 2 meter. Per verdieping bestaat deze bunker uit een
middengang met aan de koppen trappehuizen en aan de beide zijden steeds 3 ruimten van circa 5,5
x 11 meter. Enkele ruimtes waren nader ingedeeld met een "inbouwpakket" van douches, toiletten
ed. Op de onderste laag bevindt zich een machinekamer. De bunker bezit aan de voor- en
achterkant een brede ingang. Vanuit een ruimte in de bunker kon elke ingang via een afsluitbaar
schietgat verdedigd worden (ingangsverdediging). Vanuit de machinekamer kan een nooduitgang
bereikt worden.
De bunker is op Europees niveau een uniek bouwwerk.
De bunker is een gaaf, in de oorspronkelijke context bewaard gebleven, voorbeeld van een uniek type.
Het object is van algemeen belang voor de gemeente Den Haag wegens zijn cultuurhistorische waarde en zijn betekenis voor de wetenschap.