Zeekant 7 ,8,10,11,12

toon op de kaart
  • Status
    Rijksmonument
  • Architect
    Quirinus Harder
  • Bouwstijl
    Neo-Gotiek
  • Wijk
    Scheveningen
  • Bouwjaar
    1875
Registerblad 

Zeekant 7-8: Ten dele gepleisterd pand zonder verdieping, onder met pannen gedekt zadeldak tussen puntgevels, gebouwd in 1875.

Zeekant 10-11: Ten dele gepleisterd pand zonder verdieping, onder met pannen gedekt zadeldak tussen puntgevels, gebouwd in 1875.

Vuurtoren: Uit gietijzer geconstrueerde twaalfzijdige vuurtoren, gebouwd in 1875 naar het ontwerp van Quirinus Harder, bouwkundige bij de dienst van het Loodswezen, de kust- en oeververlichting. Vervaardigd door de gieterij van de fa. Nering Bogel te Deventer. De twaalfhoekige, roodbruin geschilderde schacht heeft een omloop met witgeschilderde lichtkoepel.
De schacht bestaat uit ijzeren platen, die zodanig zijn geconstrueerd, dat een metselverband van grote steenblokken wordt gesuggereerd. De toren heeft twee spitsbogige ingangen met traceringen in de boogvelden, boven een waarvan het opschrift: "Onder de regering van Willem III, koning der Nederlanden enz. enz. enz., tijdens het bestuur van den minister van Marine W.F. van Erp Taalman Kip, voor draailicht tweede grootte. 1875".
In de schacht een aantal kleine spitsboogvensters.
Inwendig negen gietijzeren vloeren, gedragen door middenkolommen met Corinthische kapitelen. De vloeren worden verbonden door gietijzeren spiltrappen met balustrades, gedragen door voluutconsoles. De bekronende bal op de koepel draagt en windwijzer. De oorspronkelijke koepel werd in 1921 vervangen door de glazen koepel.

In dat jaar werden ook het optiek en het aandrijfmechanisme vernieuwd. De huidige koperen bekleding van de koepel dateert uit omstreeks 1958.
 

meer weten 
De vuurtoren uit 1875. Deze twaalfzijdige uit gietijzer geconstrueerde kustlichttoren werd ontworpen door Quirinus Harder, bouwkundige bij de Dienst van het Loodswezen, afd. Kust- en oeververlichting. De toren is vervaardigd door de gieterij van de fa. Nering Bogel te Deventer. De twaalfhoekige, roodbruin geschilderde schacht heeft een omloop met een witgeschilderde lichtkoepel. De schacht bestaat uit ijzeren platen, die zodanig zijn geconstrueerd dat een metselverband van grote steenblokken wordt gesugereerd. De toren heeft twee spitsbogige ingangen met neo-gotische traceringen in de boogvelden. In de schacht bevinden zich kleine spitsboogvensters. Inwendig heeft de toren negen gietijzeren vloeren, gedragen door middenkolommen met Corinthische kapitelen. De vloeren worden verbonden door gietijzeren spiltrappen met balustrades, gedragen door voluutconsoles. De bekronende bal op de koepel draagt een windwijzer. De oorspronkelijke lichtkoepel werd in 1921 vervangen door de huidige, glazen koepel, die in 1958 de tegenwoordige koperen bekleding verkreeg. In 1921 werden ook het optiek en het aandrijfmechanisme vernieuwd Technische gegevens vuurtoren: 9 verdiepingen, 40 meter hoog op een 15 meter hoogduin. 162 traptreden, 9000 bouten en moeren, 432 bouwelementen, bestaande uit 600 kilo zware elementen en 100 kilo zware elementen. Totaalgewicht 153.574 kilo. Kostprijs in1875 euro's 10.000,- Twee blokken ter weerszijde van de vuurtoren van ieder twee wachterswoningen uit het derde kwart van de 19e eeuw. Elk blok bestaat uit een symmetrisch ontwerp van één bouwlaag onder een over de twee woningen doorlopende met pannen gedekt zadeldak, deels opgebouwd uit Philibertspanten. De woningen, gebouwd als eenvoudige onderkomens voor de vuurtorenwachters, zijn in het eerste kwart van de twintigste eeuw uitgebouwd. De 19e eeuwse plattegrond was minder lang. De zijgevels bevonden zich ter hoogte van de nu aanwezige sprong in de kroonlijst. Tegen de zijgevels waren van oorsprong eenlaags washokken aangebouwd die in 1923 zijn verbreed (en gingen functioneren als keuken, toiletruimte en bergplaats) waardoor de aanbouw de volle breedte van de zijgevel besloeg. Weer later zijn deze aanbouwen verhoogd en werd het zadeldak aan beide zijden doorgetrokken. Van oorsprong was de ingang aan de straatzijde en bestond slechts uit één deur in het middden met ter weerszijde hiervan een schuifvenster. Achter de ingang bevond zich één gemeenschappelijke trap. In 1923 vindt er een verbouwing plaats en komen er twee entree's en twee trappenhuizen aan de straatzijde. Tussen 1923 en 1950 vinden meerdere wijzigingen plaats. Ingrijpende veranderingen waren het verplaatsen van de entree's van de straatzijde naar de binnenplaatszijde, inbrengen van nieuwe trappenhuizen, toevoegen van vensters in de gevels, het vergroten van de dakkapellen en het wit verven van de gevels.
dienstwoningen Zeekant 7-8
dienstwoningen Zeekant 10-11
deur vuurtoren (12)
detail opschrift boven een der deuren van Zeekant 12
Scheveningen Vuurtoren met Stormbal.