Parkstraat 41 t/m 61
De Rusthof
toon op de kaart- StatusRijksmonument
- Monument nr.17870
- WijkCentrum
- Bouwjaar1842;1849;1870
Registerblad
Rusthof, gesticht in 1831 door mevrouw Groen van Prinsteren-Van der Hoop.
meer weten
Parkstraat (37) 41 t/m 61
De Rusthof oogt vergeleken met de andere liefdadigheidshofjes aan de straatkant zeer bescheiden. Hier biedt geen fraai poortgebouw met wapens en ornamenten de toegang tot het hofje, maar slechts een bescheiden deur van een woonhuis aan de Parkstraat. Achter de deur loopt een lange gang tussen de huizen door naar de binnentuin van de Rusthof waarin zeer oude perenbomen groeien. Aan de overzijde van de tuin staat het gebouw waarin in 1842 de eerste acht woningen voor 'oude vrouwen' werden ondergebracht (nummer 45). Dit gebouw stond later bekend als de 'Lange Gang', vanwege de over de hele lengte van het huis lopende gang langs de achtergevel, zowel beneden als boven. Van hieruit kon men de kamertjes van binnenuit betreden. De bewoonsters moesten gebruik maken van één ingang, die aan de linkerkant zat. In 1849 werd de Rusthof verder uitgebreid met de bouw van een tweede blok van vier huisjes (de nummers 47-53). Hier was per twee boven elkaar gelegen kamers telkens een ingang beschikbaar.
De dames woonden niet gratis: er werd een lage huur betaald van f 1,00 per week. Wel kregen zij wekelijks vlees en brandstof, en iets extra's met Kerstmis, Pasen en Pinksteren, zoals een kilo rijst, een krentenkoek, vier eieren en een dubbele portie vlees ter gelegenheid van Pasen in 1893.
Elisabeth Groen van Prinsterer-van der Hoop stichtte de Rusthof in 1841. Zij behoorde tot de Réveilkring in Den Haag, een protestantse beweging die het godsdienstig leven wilde opwekken niet alleen door getuigenis in de kerken maar ook door praktisch liefdewerk. Zij was getrouwd met historicus en politicus Guillaume Groen van Prinsterer. In 1841 gebruikten zij een deel van de erfenis van de vader van Groen van Prinsterer om aan het Nachtegaalspad (nu de Parkstraat) een tuin genaamd Lusthof met twee daarop staande huizen te kopen. Het ene huis (nummer 41) werd uitgebreid en verbouwd tot bestuurskamer en directricewoning en in het andere (nummer 43) werd de naaischool gevestigd. Deze school, uit 1831, was ook een stichting van mevrouw Groen van Prinsterer en was eerst gehuisvest aan de Nobelstraat. In 1857-1858 verhuisde de naaischool naar een nieuw pand aan de Parkstraat (nummer 37), omdat deze door de toename van het aantal leerlingen te klein was geworden.
De Rusthof was bestemd voor vrouwen boven de 55 jaar, behorend tot de Christelijk Hervormde Kerk. De kamers moesten 'zindelijk bewoond' worden en 'de glazen helder gewassen'. De woningen in de beide bouwblokken waren heel bescheiden: ieder was één kamer groot. Tot de standaardindeling behoorde een schouw, een bedstede en een kleine kookruimte. Voor elk venster was een sierlijk smeedijzeren hekje geplaatst, waarachter plantenbakken konden worden neergezet (bijna alle hekjes zijn nu weg: er zijn er nog twee). Houten raamluiken beschermden tegen felle zonneschijn. Er was geen eigen sanitair, maar er was wel een openbare was- en toiletgelegenheid die in een aparte ruimte was ondergebracht. De zolder van de huizen was bestemd voor de was en opslag. Opvallend is dat alle kappen zijn geconstrueerd volgens het principe van Philibert Delorme. Deze in 1561 door de Franse bouwmeester Philibert Delorme ontwikkelde spantconstructie is samengesteld uit korte planken in de vorm van cirkelsegmenten. In Nederland is deze spantconstructie voornamelijk in de negentiende eeuw toegepast en dan nog slechts in beperkte mate.
1870 was een ingrijpend jaar voor de Rusthof. De naaischool verliet het pand aan de Parkstraat omdat door toenemende herrie in die straat het bijbellezen en het gebed bijna onmogelijk werden gemaakt. De oude school op nummer 43 werd uitgebouwd en op de bovenverdieping kwamen vier woningen.(De naaischool werd in 1930 na teruglopende belangstelling definitief gesloten).
Belangrijker was echter dat de Diaconesseninrichting in de Kazernestraat de beschikking kreeg over de acht woninkjes in het oudste blok op nummer 45. De Diaconesseninrichting stond onder leiding van mejuffrouw S.K. de Bronovo en had als doelstelling op te leiden tot het verplegen van zieken. Sinds 1865 was de inrichting in de Kazernestraat gevestigd, een zijstraat van de Parkstraat. Mevrouw Groen van Prinsterer was één van de mede-oprichters van de Diaconesseninrichting geweest en had drie huizen in de Kazernestraat ter beschikking gesteld. Dat was niet genoeg; men wilde ook de acht woningen van de Rusthof erbij hebben. Hoewel niet van harte, gaf het bestuur van de Rusthof toestemming. De woningen werden met een tussenbouw verbonden met de gebouwen aan de Kazernestraat. Om het verlies van deze huisjes te compenseren werden aan de noordkant van de hof beneden- en bovenwoningen bijgebouwd (de nummers 55-59). Ook hier is de bijzondere Philibert kapvorm toegepast. Een jaar eerder had aan deze zijde al tegen oudere bebouwing aan een uitbreiding plaatsgevonden (nummer 61). Opvallend zijn hier de houten uitbouwtjes voor de ingangen met hun decoratieve gesneden randen. Toen de Diaconesseninrichting in 1879 verhuisde naar de Laan van Meerdervoort, werden de woningen van nummer 45 weer door de Rusthof in gebruik genomen. De tussenbouw werd gedeeltelijk afgebroken, maar een deel bleef staan. Dit is het drie lagen hoge gepleisterde gebouw met plat dak dat direct in het oog springt en waarin een grote gevelsteen met het opschrift 'Psalm CIII' is gemetseld.
Wie in de binnentuin rondloopt ziet aan de gevels tal van gevelstenen met de jaartallen die aan de bouw en de uitbreidingen van de Rusthof herinneren, en ook vele verwijzingen naar bijbelteksten zoals Mattheus 11, vers 28: Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven.
De Rusthof werd in 1986-1987 gerestaureerd door architect Ton Deurloo. Naast noodzakelijke herstelwerkzaamheden aan in slechte staat verkerende kappen, balklagen en vloeren, gevels, goten en kozijnen werd ook de indeling van de meeste woningen gewijzigd. Zo werd de lange gang van nummer 45 bij de woningen gevoegd. Er zijn nu zeventien woningen en een beheerderswoning. Ook de indeling van de binnentuin werd veranderd. Langs de gevels werden paadjes met klinkerbestrating aangelegd, de beplanting veranderde en het hek werd vervangen door eentje in een meer passende vormgeving.
In vergelijking met de andere liefdadigheidshofjes vertonen de woningen onderling een grote diversiteit, mede omdat de hof niet in één keer is gebouwd. Royale appartementen zoals in de voormalige naaischool, piepkleine huisjes en 'stadshuizen' van drie lagen wisselen elkaar af. Ook anders is dat de Rusthof door een stichting wordt bestuurd, de Stichting Rusthof (sinds 1980, daarvoor door de Vereniging Rusthof). Geen regenten dus, maar bestuursleden en de regentenkamer op de begane grond van nummer 41 wordt dan ook bestuurskamer genoemd. Het is een licht en sober ingericht vertrek dat gesierd wordt door een portret van de stichtster Elisabeth Groen van Prinsterer.
Nog geheel conform de statutaire regels wonen in de Rusthof uitsluitend alleenstaande dames vanaf 55 jaar.