Prinsessegracht 4
Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en M.T.S
toon op de kaart- StatusRijksmonument
- ArchitectBuijs, J.W.E. Lürsen, J.B. Plantega, J.H.
- Monument nr.477225
- BouwstijlNieuwe Bouwen
- WijkCentrum
- Bouwjaar1932-1937
Inleiding
Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, met in oorsprong tevens MTS voor Bouwkunde, gebouwd in 1933-1937 naar ontwerp van J.H. Plantenga, J.W.E. Buijs en J.B. Lursen in zakelijk- expressionistische trant, ter plaatse van de hiertoe gesloopte neo-classicistische academie van Zeger Reijers.
Het gebouw bezit een betonskelet en bakstenen gevels. Het bestaat uit vier vleugels die een binnenhof met groenaanleg omgeven. De voorste vleugel telt een souterrain en drie bouwlagen; de overige drie vleugels bestaan uit twee bouwlagen. De plattegrond en de indeling zijn ontworpen door de toenmalige directeur van de Academie, Plantenga; de uitwerking en de architectonische vormgeving werden verzorgd door Buijs en Lursen. Het uitwendige wordt gekenmerkt door een boeiende afwisseling van verticaal en horizontaal werkende bouwlichamen en vensterpartijen. De vleugel aan de Prinsessegracht bestaat uit een langgerekt bouwlichaam met een souterrain, parterre en twee verdiepingen, aan de uiteinden omsloten door hogere en vooruitspringende bouwblokken.
De hoofdingang bevindt zich in het bouwblok op de rechter hoek en bezit een betonnen luifel. Boven de entree is in de zijgevel een over de volle hoogte doorlopende raampartij geplaatst, waarin oorspronkelijk glazen bouwstenen. In de voorgevel van het lagere deel van de vleugel aan de Prinsessegracht zijn het souterrain en de parterre als een sokkelgeleding opgevat; de vensters van de verdiepingen zijn verticaal gekoppeld door betonnen omlijstingen. Inwendig bevat het hogere bouwlichaam aan de rechterzijde de vestibule, de hal en het hoofdtrappenhuis. In de hal corresponderen vier korte, cilindrische zuilen met vooruitstekende muurdammen die een bekleding met blauwe tegels vertonen. In de voorvleugel loopt op de parterre een gang langs de gevel, met daarachter leslokalen, de bibliotheek en een docentenkamer. Op de verdiepingen bevinden zich leslokalen. De gangen bezitten gele tegellambrizeringen.
Tegen de rechter vleugel is op de binnenhof een rechthoekige uitbouw waarin beneden de directeurskamer en het secretariaat en op de verdieping de aula. Naast deze uitbouw geeft een stalen ingangspui via een bordes met gemetselde trappen toegang tot de binnenhof. Behalve bij de hal zijn trappenhuizen gesitueerd in de hoek van de voorvleugel en de linker vleugel en in de hoek van de rechtervleugel en de achtervleugel. Deze trappenhuizen bezitten gele tegellambrizeringen en blauw gekleurde ijzeren leuningen. De vensters met hun stalen ramen zijn gevat in betonnen omlijstingen.
In het interieur zijn staal en glas veelvuldig toegepast, met name voor de binnenpuien. In de hal is een bronzen plaquette aangebracht, gedateerd januari 1938, die herinnert aan het 250-jarig bestaan van de Academie in 1932 en aan het gereedkomen in dat jaar van het ontwerp voor het huidige gebouw.
Waardering
Het Haagse academiegebouw is van belang wegens de architectuurhistorische en typologische waarde als representant van het door Buijs en Lursen bepaalde zakelijk- expressionisme en wegens de betekenis voor de modernisering van de architectuur ten behoeve van het kunstonderwijs, in samenhang met het onderwijsprogramma, tijdens het interbellum. Hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering zijn gaaf bewaard.
Een toegevoegde situationele waarde ontleent de Academie aan de situering aan de Prinsessegracht tegenover het groengebied van de Koekamp.