7 Hofkwartier
Noordeinde 41-43: Gebouw Mercurius
Tegenwoordig is office sharing (het delen bedrijfsruimte) heel gebruikelijk, maar rond 1900 was dit een nieuw fenomeen. Het eerste Haagse kantoorpand specifiek ontworpen voor gebruik door meerdere bedrijven was Noordeinde 43. Het initiatief hiertoe werd in 1901-1902 genomen door D. Houten en A. Oppenheim met de oprichting van de Maatschappij tot Exploitatie van het Gebouw Mercurius.
Het pand, vernoemd naar de Romeinse god van de handel, telde vier verdiepingen met kantoor- en magazijnruimtes. Hier waren veertien verschillende bedrijven gevestigd, waaronder het Algemeen Syndicaat van Suikerfabrikanten in Nederlandsch-Indië, de Linkungan Borneo Rubber Maatschappij, Maatschappij t.v.d.z. Ruhaak & Co. en de 's Hage-Soerabaya handelsmaatschappij. Architecten Zacharias Hoek (1863-1943) en Johannes Thomas Wouters (1866-1932) waren verantwoordelijk voor het symmetrische ontwerp, waarin neobarok elementen zijn vermengd met de Art Nouveau stijl. Op de bovenste verdieping is een balkon met gemetselde balustrade aanwezig, waarin de kop van Mercurius is aangebracht.
De huidige ingang is het resultaat van een verbouwing kort na de oplevering in 1910 door Wilhelmus Bernardus van Liefland (1857-1919). In 1985 werd het pand herbestemd en verbouwd tot woningeenheden.
Paleis Noordeinde: Indische Zaal
In 1901 ontving koningin Wilhelmina (1880-1962) ter gelegenheid van haar huwelijk met prins Hendrik (1876-1934) een uitzonderlijk geschenk van alle ingezetenen van Nederlands-Indië: een volledig interieur, ingericht als reconstructie van een voorzaal van een Hindoe-Javaans paleis. Twee salons in Paleis Noordeinde werden samengevoegd om hieraan plaats te bieden. Ingenieur Louis Jean Chrétien van Es (1854-1918) maakte in 1903 een nauwkeurig ontwerp op ware grootte, op basis van documentatie in de collectie van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde. De wanden en het plafond van de Indische zaal werden voorzien van een djatihouten betimmering met prachtig houtsnijwerk. De motieven op het plafond zouden zijn ontleend aan de Boroboedoer. Verder werden een parketvloer, leerbehang en elektrische verlichting in de vorm van pelita’s (olielampjes) aangebracht. Het droge hout uit Soerabaja werd gezaagd door het Marine departement onder toezicht van ir. R. van den Broek d'Obrenan, waarna het ornamentele snijwerk werd te Batavia vervaardigd door kunstenaars uit Djapara. Daarnaast werden door de Sundanese beeldhouwer Iko twee stenen replica's van Javaanse beelden vervaardigd, die Manjushri en Shiva voorstellen. Verder werden ook replica’s van bronzen beelden en voorbeelden van de mooiste Indische kunstnijverheid in de zaal opgesteld.
Hoewel de Indische zaal niet toegankelijk is voor het publiek, is deze wel virtueel te bezoeken op de website van het Koninklijk Huisarchief.
Voor meer Sporen van Smaragd in het Hofkwartier, klik hier.