13 Mesdagkwartier
Laan van Meerdervoort: diverse locaties
De kunstenaar Hendrik Willem Mesdag (1831-1915) en zijn echtgenote Sientje van Houten (1834-1909) brachten vanaf 1866 een verzameling kunstwerken bijeen. Deze groeide zo, dat Mesdag in 1887 aan zijn woning aan de Laan van Meerdervoort 7f een museumaanbouw liet bouwen door architect H. Jaarsveld (1876-na 1918). In 1903 werd de Mesdag Collectie aan de staat geschonken en later werd ze onderdeel van het Van Gogh Museum.
Na Mesdags overlijden werd het woonhuis in 1916 verkocht aan de Bond van Eigenaren van Nederlandsch-Indische Suiker Ondernemingen (BENISO). Zij maakte van het atelier van de kunstenaar een bestuurskamer, waarvoor kunstenaar Henricus Jansen (1867-1921) de glas-in-loodramen en een bovenhaardstuk ontwierp. Dit haardstuk verbeeldt de suikerbewerking, geflankeerd door boedhha-figuren. Het pand is inmiddels weer onderdeel van de Mesdag Collectie.
In 1919 richtte Johannes van Geemert (geb. 1876) de NV Indisch Restaurant op en vestigde dit op Laan van Meerdervoort 66-68. Vanaf de jaren dertig stond het restaurant onder leiding van Adrianus Egbert Willem de Jong (1882-1966) op huisnummer 10-12, die hierbij ook een pension voerde. Hij verzamelde Indische kunst en richtte het restaurant in als toonzaal voor zijn collectie. De naam van het restaurant, Tampat Senang, betekent ‘plaats waar men zich behaaglijk voelt’ betekent. Het is nu gevestigd op huisnummer 6 en vermoedelijk het oudste Indische restaurant in Den Haag dat nog altijd in bedrijf is.
Voor meer Sporen van Smaragd in het Mesdagkwartier, klik hier.