Grote of St. Jacobskerk.
Laat-gotische kerk, bestaande uit een zeszijdige toren, schip met dwarse zijkapellen en een hoog basilicaal koor. Preekstoel van 1550 met rijk snijwerk, vroeg renaissance graftombe voor Gerrit van Assendelft en zijn vrouw, grafmonument voor Jacob van Wassenaar-Obdam uit 1667 door B. Eggers, monument voor Philips van Hessen-Phlipsthal, een aantal epitafen en zerken, 34 panelen met wapens en namen van ridders van het Gulden Vlies, wapenborden, gebrandschilderde glazen.
Klokkenspel, waarvan 15 klokken gegoten door M. de Haze 1686/87, 1 door Jasper en Jan Moer 1541, 1 door Jan Moer 1547,1 door H. van Trier 1570, 1 door C. Wegewaert 1647 en 1 door C. Fremy 1692, en 31 moderne klokken. Automatisch trommelspeelwerk van Libertus van den Burgh, 1689. Mechanisch torenuurwerk, 1927, elektrische opwinding. Eenklaviers Kabinetorgel uit de tweede helft 18e eeuw.
 

Hallekerk in fasen gebouwd in de 15e eeuw op de plaats waar reeds in de 13e eeuw een voorganger had gestaan. De zeldzame zes-kantige toren was in ca. 1423 gereed, het schip in 1456 en het in stijl afwijkende hoge koor in 1492. Na een grote brand in 1539 werden kerk en toren in 15e eeuwse vormen hersteld. Uitwendig bestaat het bouwwerk uit drie contrasterende delen: de zeshoekige toren, het schip met zijn reeks sobere puntgevels en het hoge koor met omgang en dakruiter. Het schip heeft aan beide zijkanten drie zware zuilen. Op de middenruimte sluiten aan de noord- en zuidzijde drie brede kapellen aan; die even hoog zijn als de middenbeuk. De bekleding en beschilderingen van de houten gewelven zijn bij restauraties in de 19e en 20e eeuw aangebracht. In 1951-1962 en 1985-1987 is de kerk ingrijpend gerestaureerd.